Eén Europa, maar voor wie?

Vanaf 1 januari 1993 hebben de binnengrenzen van de Europese Gemeenschap geen betekenis meer. Kapitaal, mensen en diensten kunnen vrijelijk bewegen over het kontinent. Bepaalde politici kunnen daar heel lyrisch over doen. ‘Wat is er mooier dan dat we zonder paspoort naar Spanje kunnen? Daarmee wordt de Catalaanse kust toch ook een beetje van ons?’

Mooi, heel mooi, maar het is zo vervelend dat ik doorgaans slechts twee keer per jaar (heen en terug) de douane passeer. Wat zijn er verder nog voor voordelen voor de burgers? De diploma’s. Een diploma ziekenverzorging in Portugal is voldoende om als verpleegkundige in een Duits ziekenhuis aan de slag te komen. Is dat niet fantastisch?

Je moet wel heel erg naïef te geloven dat de Europese eenwording alleen maar vanwege deze bijkomstigheden is uitgebroed.

Socialisten zijn internationalisten. Inderdaad. De honger en de ellende waarmee miljoenen en miljoenen mensen op deze wereld gekonfronteerd worden, maakt dat we wat de toekomst betreft niet alleen naar ons zelf kunnen kijken. Ook de groeiende milieuproblemen schreeuwen om een internationale aanpak. Wat deze beide zaken betreft is een Europese samenwerking zelfs nog te kleinschalig. Sterker nog: het zou best eens kunnen zijn dat het Verenigde Europa weer leidt tot een uitstel van de noodzakelijke diskussie over hoe we als wereldgemeenschap de problemen te lijf moeten gaan. Reeds nu zijn er maatregelen in voorbereiding die te zijner tijd van kracht moeten worden en die maar één doel hebben: de eigen ekonomische vooruitgang veilig stellen ten koste van de exporterende Derde-Wereldlanden.

Dat Eurofielen het slotkoor van de Negende van Beethoven hebben gekozen als lijflied, kan de banale motieven van de motor achter de eenwording, het internationale kapitaal, niet verhullen. Door het nu geheel vrije kapitaalverkeer is zij een internationale macht van betekenis geworden die alle wetten aan Brussel kan dikteren. Ze profiteert van de verlaging van de belastingen op winsten en hoge inkomens en zal veel arbeiders maken tot ontheemden die rondtrekken op zoek naar werk, desnoods tegen de slechtste voorwaarden.

Ik hoor u denken: ‘Is dit niet wat zwartgallig?’ Nee, ik denk het niet. En gelukkig steeds meer mensen met mij. Steeds vaker hoor je politici in Den Haag onder verwijzing naar de ekonomische, monetaire en politieke eenwording de meest vergaande verslechteringen voor de burgers verdedigen: de afschaffing van de WAO, de hogere eigen bijdragen die gehandicapten moeten gaan betalen, het bevriezen of zelfs verlagen van het minimumloon en de uitkeringen, de eigen bijdragen in de gezondheidszorg, de huurverhogingen van ruim twintig procent in vier jaar tijd, het uitkleden van de huursubsidie, enzovoort.

Alle Menschen werden Brüder… Maar dan toch liever niet op deze manier.