Bericht van het front
Het is dinsdagmorgen. Ik zit hier op een klein kantoortje in het GGD-gebouw. Vanaf gistermorgen 06.00 uur houden de personeelsleden van de ambulancedienst de zaak bezet. Ze zijn zeer ontevreden over de wijze waarop de direktie een nieuwe dienstregeling, die veel verslechteringen inhoudt voor de betrokkenen, denkt te moeten doordrukken.
De start van de bezetting ging perfekt. Om 07.00 uur hingen alle spandoeken, waren alle diensten geregeld en de eerste faxen al de deur uit. Een razende reporter van de regionale omroep was er al heel vroeg bij en deed live in de uitzending verslag. Direkteur en hoofd van de dienst werd te verstaan gegeven dat ze niet langer welkom waren op de dienst. ‘Vanaf nu wordt de dienst op de dienst uitgemaakt door het aktiekomitee.’ Alle personeelsleden blijven dag en nacht op de dienst, alle ambulances worden permanent paraat gehouden en bemand met drie in plaats van twee mensen. Het is duidelijk: niemand wil enig risico nemen met de gezondheid van patiënten. De zorg is juist aanzienlijk verbeterd tijdens de aktie.
Toen de zaak nu bijna een jaar geleden aan het rollen ging, hebben ze mij gevraagd hen te helpen en te adviseren. Dat heb ik gedaan. Vele vergaderingen hebben we gehad, vele brieven zijn verstuurd, maar tot echte aktie had het nog niet hoeven komen. Dat werd vorige week anders. De direktie liet weten dat het deze keer om hun laatste bod ging. Signaal voor ons om er een tandje bij te zetten. Na wat wikken en wegen kozen we voor een bezetting.
Nu heb ik al aardig wat akties meegemaakt, maar steeds raak ik weer geboeid door hoe sommigen zich onder dit soort omstandigheden ontwikkelen. Achter een stille blijkt plotseling een redenaar schuil te gaan; een ander blijkt prima teksten te kunnen schrijven; weer een ander openbaart zich plotseling als een echte organisator. Maar allen geven blijk van een groeiend zelfrespekt. En dat, gevoegd bij alle kreativiteit die bij dergelijke akties los komt, leidt ertoe dat iedereen er anders uit komt dan dat hij erin is gegaan. Deze mensen zullen niet meer over zich heen laten lopen. Ze zijn weerbaar en durven onafhankelijk te denken, geloven in hun eigen kracht en laten zich nooit meer als makke schapen naar de slachtbank leiden.
Hier, zo alleen op dit kleine kantoortje, realiseer ik me dat het dat laatste is wat mij steeds weer de bevrediging geeft. De volgende keer zeg ik weer ‘ja’ als ze me vragen te helpen.