Apartheid in Nederland
De Batavieren kenden geen scholen zoals wij die kennen. Kinderen leerden vooral spelenderwijs hoe de wereld en de natuur in elkaar zaten. Weliswaar op een laag nivo, maar voldoende om later als volwassen mens in het verkeer tussen de leden van de stam te kunnen funktioneren. Ook toen al werd met de methode ‘straffen en belonen’ kennis en normbesef van generatie op generatie overgebracht. Dit droeg ertoe bij dat er een kultureel ‘thuis’ en zo iets als ‘een volk’ kon ontstaan.
Naarmate de gezamenlijke kennis van de mens over de natuur en de wetmatigheden die haar beheersen toenam, nam ook het belang toe om in het bezit te zijn van die kennis. De juiste kennis op het juiste moment kan je namelijk een onoverbrugbare voorsprong geven op je tegenstander of konkurrent. Eeuwen en eeuwen is die belangrijke kennis voorbehouden geweest aan slechts een kleine groep mensen, de klasse die de ekonomische macht in handen had. Aan de mensen die deel uitmaakten van de klasse van uitgebuitenen werd slechts onderwijs gegeven voor zover dat nodig was om hen produktief te maken. Dat was het enige criterium.
Onderwijs voor àlle kinderen is pas in deze eeuw van de grond gekomen. En dat had alles te maken met de mechanisering van de industrie. Bedrijven hadden geschoolde metaalbewerkers, schilders en timmerlieden nodig; maar ook ingenieurs en boekhouders. Iedereen moest leren lezen en schrijven om funktioneren in de samenleving mogelijk te maken. Vroeger konden mensen er nog in slagen om alleen maar met een flinke dosis gezond verstand en levenservaring een goed bestaan op te bouwen. Die tijd ligt definitief achter ons. Onderwijs moet. Voor iedereen.
De zorg van de hedendaagse overheid voor de ontwikkeling van de toekomstige volwassenen lijkt echter steeds verder af te nemen. Talloze bezuinigingsmaatregelen zijn de laatste jaren op het onderwijs losgelaten; allemaal maatregelen die rechtstreeks hebben geleid tot verslechteringen. Daardoor zullen we binnen afzienbare tijd worden gekonfronteerd met naast ‘moderne armoede’ ook ‘modern analfabetisme’.
Neem het speciaal onderwijs. Onder andere door de bezuinigingen op het basisonderwijs zijn onderwijzers steeds minder in staat kinderen die achterblijven bij te spijkeren. Daardoor neemt de druk op bijvoorbeeld de LOM- en MLK-scholen steeds verder toe. Die kunnen echter, eveneens als gevolg van de bezuinigingen, het groeiende aanbod niet aan. Gevolg daarvan is dat kinderen definitief tussen de wal en het schip vallen.
Wat zit hierachter? Het bedrijfsleven heeft steeds minder mensen nodig. Bovendien lijkt de hoge werkloosheid geaccepteerd te zijn. Dus waarom nog geld investeren in kinderen die moeilijk mee kunnen? De noodzaak van vroeger om àlle mensen onderwijs te laten genieten is weggevallen, althans in de ogen van het bedrijfsleven en snel daarna van de regering. Zo dreigt een nieuwe kaste van niet-opgeleiden te ontstaan. Apartheid in Nederland.