Woord vooraf

Het idee voor dit boek werd geboren in de tijd dat er dagelijks NAVO-gevechtsvliegtuigen opstegen van legerbases in Italië om bommen af te werpen boven Joegoslavië. De Socialistische Partij, die zich als enige politieke partij in Nederland tegen de operatie Allied Force keerde, organiseerde in die dagen regelmatig openbare debatten onder het motto ‘Beter dan Bommen’. De grote belangstelling voor deze avonden, de kwaliteit van de bijdragen van de diverse sprekers, en de bezorgdheid en betrokkenheid van de bezoekers zijn een belangrijke inspiratiebron geweest voor dit boek. Wij hadden destijds, en hebben ook nu nog, de indruk dat de oorlog om Kosovo een keerpunt markeert in het denken in ons land over de internationale (rechts)orde. De Nederlandse regering, een groot deel van de Nederlandse politiek, maar ook een belangrijk deel van de media en de bevolking lijken aan het begin van het nieuwe millennium weinig vertrouwen meer te hebben in de internationale rechtsorde in het algemeen, en de Verenigde Naties in het bijzonder. Daarvoor in de plaats is een geloof gekomen in de mogelijkheden van de NAVO als instrument om – desnoods met geweld – orde te scheppen in een chaotische wereld vol tegenstellingen. Die ontwikkeling verdient in onze ogen een kritische beschouwing, en dit boek poogt daartoe een aanzet te geven.

Wij zijn veel dank verschuldigd aan de mensen die zich voor dit boek hebben laten interviewen. Zij hebben allemaal zeer drukke agenda’s, maar maakten desondanks meer tijd voor ons vrij dan wij hadden durven hopen. Wij hebben geprobeerd om hun woorden zo zorgvuldig mogelijk weer te geven, en recht te doen aan de nuances en de context waarin zij hun uitspraken deden. Uiteraard kan geen van de geïnterviewden worden aangesproken op standpunten die door de auteurs worden ingenomen. Andersom zijn de auteurs niet verantwoordelijk voor de uitspraken van de geïnterviewden, noch zijn zij het altijd met die uitspraken eens. Wij hopen dat wij erin zijn geslaagd om onze eigen opinies duidelijk te scheiden van die van hen die zich door ons lieten interviewen.

Dit boek zou nooit zijn geschreven zonder de inspanningen van een groot aantal mensen. Wij willen met name Johan van den Hout bedanken voor de enorme hoeveelheid research die hij voor ons verrichtte, voor het regelen van afspraken en vliegtickets, het voorbereiden van de vraaggesprekken, het checken van feiten, en het kritisch lezen van alle concepthoofdstukken. Zijn inbreng was onmisbaar. Anna Beffers werkte met veel geduld en toewijding de cassette-bandjes met interviews uit en nam ons daarmee een enorme hoeveelheid werk uit handen. In Moskou zouden wij weinig hebben kunnen uitrichten zonder Derk Sauer, die ons niet alleen voorzag van de juiste contacten, maar ook nog een voortreffelijk gastheer was die zorgde dat het ons aan niets heeft ontbroken. Larisa Naumenko hielp ons de Russische taalbarrière te slechten en bleek daarnaast een goede gids in de wereld van de Russische schone kunsten. Yevgeny Podlesnykh bracht ons veilig en op tijd op al onze Moskouse bestemmingen, wat bepaald een prestatie genoemd mag worden. En tot slot willen wij al diegenen bedanken die begrip toonden als wij weer eens veel te lang achter onze beeldschermen zaten, die opbeurende woorden spraken als we niet meer wisten hoe het verder moest, en die er door hun enthousiasme en betrokkenheid voor zorgden dat we bleven geloven in het nut en de noodzaak van dit project.

Jan Marijnissen en Karel Glastra van Loon

Oss/Phoenix/Amsterdam, februari 2000