‘Actief in de luwte’

zaterdag 20 december 2008 :: 12.02 uur

Volkskrant, 22 december
Door Kim van Keken en Jaap Stam

Hij kreeg last van zijn hart en vooral van zijn rug. Na vier maanden platliggen, besloot Jan Marijnissen (56) dat het welletjes was. Op 17 juni trad hij terug als fractievoorzitter van de SP. Samen met zijn vrouw Mari-Anne (57), SP-raadslid in Oss, blikt hij terug. Hij: ‘Het was een heel eenvoudige mededeling.’ Zij: ‘Toen dacht ik: nou moet je het niet te klein maken.’

Hij: ‘De offers die ik heb gebracht, zijn enorm. Dat is met geen pen te beschrijven. Ik stond met de SP op en ik ging ermee naar bed.’..

Zij: ‘Toen onze dochter klein was, heeft hij haar weinig gezien. Hij stond dag en nacht klaar voor de partij.’

Hij: ‘Ik voel me ook bevoorrecht. Kijk wat ik aan de SP heb te danken aan levensvervulling, aan…’

Zij: ‘In het begin, toen je zwart werd gemaakt…’

Hij: ‘Daar leer je mee om te gaan. Maar er zijn wel tijden geweest, zeker in het begin, dat ik een week van slag was. Dat ik me afvroeg: hoe kunnen ze nou toch zoiets schrijven?’

De verhalen dat u een dictator bent?

Hij: ‘Toen we in de Kamer kwamen, waren we arbeideristisch. We waren racistisch, we waren tégen buitenlanders, we waren tégen vrouwen. De waanzinnigste dingen zijn geschreven.’

Zij: ‘In Oss kregen wij van de PvdA-vrouwen het Gouden Maandverband. Dat was een prijs omdat de SP tegen het feminisme is, werd gezegd. Wíj kwamen bij bedrijven en die meiden wilden allemaal zo vlug mogelijk wegwezen en trouwen. Als je aan de lopende band staat, ben je liever thuis bij de kindjes.’

Hij: ‘Er zijn altijd predicaten op de SP geplakt. Er is er maar één over-gebleven: dat we socialistisch zijn.’

Wanneer las u Jan voor het laatst de les?

Zij: ‘Wanneer was dat?’

Hij: ‘Los dat zelf maar op. Je moet altijd zeggen dat je het eens bent met elkaar…’

Zij: ‘Dat is ook wel zo. Of we worden het eens, laat ik het zo zeggen.’

Hij: ‘…anders blijven ze doorvragen.’

Zij: ‘In de begintijd zat ik altijd alleen. Had hij weer eens afgebeld voor het eten, kwam hij thuis en kreeg hij de volle laag. Och erm, had hij de hele dag hard gewerkt en kreeg hij van mij*’

Hij: ‘Het is de eerste keer dat ze dat zegt. Het lijkt wel een therapeutisch gesprek.’

Zij: ‘Over politiek hebben we nooit onenigheid. Het enige waarop ik kritiek had, in het begin, was dat-ie soms wel heel fel was en overal doorheen praatte. Dan zei ik: je moet op je beurt wachten. Hij dacht altijd dat hij veel te weinig aan het woord was geweest. Dat was hij helemaal niet, maar hij wilde zoveel kwijt. Beetje rustiger aan, zei ik dan.’

Het besluit
Was het een emotioneel besluit een stap terug te doen?

Zij: ‘Wat er loskwam, heeft me heel erg geëmotioneerd. De hele dag was het op het nieuws, alsof hij overleden was. Ik wist best dat-ie iets voorstelde, maar het raakte iedereen. Vriend en vijand. Ze kwamen aan huis, met bloemen.’

Hij: ‘Ik heb afgelopen weekeinde eindelijk alle ordners bekeken met reacties, e-mails, brieven en krantenberichten.’

Was u geëmotioneerd toen u dat allemaal las?

Hij: ‘Ik bén niet wég! Ik ben alleen geen fractievoorzitter meer. Dat misverstand van: och, die man moet in een enorm zwart gat zijn gevallen, die man moet doodongelukkig zijn, of geëmotioneerd, of weet ik het allemaal. Dat is dus allemaal niet het geval.’

Had u de commotie verwacht?

Hij: ‘Ik had helemaal geen verwachting. Op de persconferentie zei ik dat ik een eenvoudige mededeling had te doen. Het was ook een heel eenvoudige mededeling.’

Zij: ‘Toen dacht ik: nou moet je het niet te klein maken.’

U schoot toen bijna vol.

Hij: ‘Zo’n vertrek houdt ook een teleurstelling in voor de mensen die op me hebben gestemd. Eigenlijk zeg je tegen die mensen: sorry hoor, maar even niet. Dat vond ik heel erg.’

Zij: ‘Dat was steeds je dilemma.’

Hij: ‘Het is een commitment dat ik voor mijn leven ben aangegaan. Als ik had gedacht: het zou anders kunnen, had ik dat gedaan.’

Lukt het Jan afstand te houden?

Zij: ‘Ja. Ongelooflijk goed. Ik sta ervan te kijken. Ik dacht: die zegt dat hij stopt, maar gaat gewoon door.’

Hij: ‘Ik heb vier maanden platgelegen op de bank. Het was de vierde keer. Door de angst die ik had: het gaat niet over, ben ik moreel geknakt. Juist toen was besloten dat ik opnieuw zou worden geopereerd, gebeurde het wonder. Ik weet nog dat ik van de bank naar de keuken liep en dat zij*’

Alsof Jezus over water liep.

Zij: ‘Zo was het echt.’

Hij: ‘Ja, een wonder. De twijfel was wel gezaaid: het kan terugkomen. Half april heb ik de knoop doorgehakt, twee maanden voor 17 juni.’

Zij: ‘Ik heb vaak genoeg geroepen dat-ie het rustiger aan moest doen, maar dat had totaal geen effect. Toen hij op de bank lag, was ik een liefdevolle verpleegster. Kon ik een beetje aantutten.’

Hij: ‘Ik zat onder de morfine.’

Zij: ‘Toen was hij wel heel jolig, ja.’

Hoe bevalt het in de luwte?

Hij: ‘Ik heb geen seconde spijt gehad. Heeft er alles mee te maken dat de opvolging zonder wanklank is verlopen. Ik bemoei me er vrijwel niet meer mee. Ik houd alles wel heel goed bij, zodat ik bij elke vraag van Agnes (Kant, red.) haar van advies kan dienen.’

Hoe vaak schiet Agnes u aan?

Hij: ‘Ik neem ook weleens het initiatief. Het geheugen van de SP-fractie moet worden overgedragen. Het is mijn gouden plicht dat niet de hele partij in elkaar sodemietert, mocht mij iets overkomen.’

Zij: ‘Dat was ook een beetje jouw punt. Als je ineens wegvalt, moet het goed geregeld zijn.’

Hij: ‘In de politiek heb je bijna alleen maar slecht geregelde opvolgingen. Ik zit in de kamer van Joop den Uyl, nou als er een is die dat slecht heeft gedaan, dan is hij het. Lubbers, Kok – het is bijna schandalig. En als ze het al goed doen, zijn ze meteen helemaal weg, weet je wel. Zoek het maar uit.’

Het actieverleden
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

Zij: ‘Jan zat op de hbs, ik op de mms. Er is in Oss een ijstent, Venetië, daar kwamen we na school. Je kent dat wel, Puchjes voor de deur.’

Hij: ‘Ik ging eigenlijk met een vriendin van haar.’

Zij: ‘Nou ja, ging.’

Hij: ‘Een paar weken.’

Zij: ‘Ik vond hem maar niks, klein snotjong. Jan is een jaar jonger dan ik.’

Was Jan al een actievoerder?

Zij: ‘Ja, op school. Ingezonden brieven. Leerlingenraad.’

Hij: ‘Het allereerste dat ik heb gedaan, is een ingezonden brief sturen naar de krant tegen Sinterklaas. Daar had ik drie argumenten voor: het is consumptiebevorderend, het heeft een racistisch element, Zwarte Piet natuurlijk, en… wat zal het derde geweest zijn?’

Later kregen jullie een kind. Hebben jullie Sinterklaas gevierd?

Zij: ‘Ja natuurlijk. Je hoeft geen grote cadeaus te kopen. Je kunt ook een schriftje in de schoen stoppen.’

Hij: ‘Het was een beetje belerend. Ik was er ook niet voor het sinterklaasfeest op te heffen. Het was een beetje*’

Zij: ‘Rebels. Hij was gewoon rebels in die tijd.’

Zijn er acties geweest waarvan u dacht: waar is hij mee bezig?

Zij: ‘Nee. Ik kom ook uit een gezin dat het niet al te breed had. Ik wilde hockeyen, mocht niet, ik moest eerst door een ballotagecommissie want mijn vader verdiende niet genoeg. Bij de dokter gingen patiënten die goed verdienden voor. Bij de tandarts zat je een hele woensdagmiddag te wachten, dan was het 5 uur en stopte hij. Kon je de volgende woensdag terugkomen.’

Hij: ‘Ongelooflijk eigenlijk dat dat nog maar zo kort geleden is.’

We lazen ergens: de SP’ers van het eerste uur leefden sober als franciscaner monniken.

Zij: ‘Helemaal niet. Gewoon normaal als ieder ander. We staken er veel tijd in, maar daarna gingen we een pilsje pakken. Als er een verjaardag was, kwamen wij later, we moesten eerst op pad. Bewoners mobiliseren. Acties tegen hoge huren en voor douches in huizen.’

Hij: ‘Het is nu niet meer voor te stellen, maar veel mensen hier scheten in hun broek voor de baas. Ze verdienden niks, ze wisten niks, ze konden niks, ze durfden niks en wij fietsten daar zonder enige schroom en angst doorheen.’

Hoe komt het dat jullie dat wel durfden en de generatie voor jullie niet?

Hij: ‘Kijk, zulke vragen krijg je nou in zo’n interview. Even kijken hoe jij je daaruit redt.’

Zij: ‘Die waren opgevoed met: niks mag en niks kon. Je moest dankbaar zijn. Mijn moeder was van 1910. Die wist niet eens wat tegenstribbelen was.’

Hij: ‘Op een gegeven moment rolt de bal de andere kant uit. Het was de tijdgeest: geen vanzelfsprekend respect meer voor gezag of autoriteit. Gezag en autoriteit moeten worden verdiend.’

Zij: ‘De tegenstelling was groot. Veel arbeiders en een kleine elite die de dienst uitmaakte. Allemaal katholiek, allemaal netjes naar de kerk, allemaal KVP stemmen. De SP had een beetje het gemeenschapsleven van de kerk overgenomen. Goed zijn voor je medemens. Opkomen voor de belangen van mensen die niks hebben. Dat deden zij in de kerk met de mond, wij deden het in het echt.’

Hoe keken jullie ouders daar tegen-aan?

Hij: ‘Wij organiseerden een staking bij het bedrijf tegenover ons. Vond mijn moeder niets. Later voerden we actie tegen haar huisarts, want die was ook bedrijfsarts bij de textiel. Die pakten we keihard aan. Vond ze buitengewoon vervelend.’

Zij: ‘Ze had het altijd over: onze Jan gaat troepen.’

Hij: ‘Dan vroeg iemand of Jan thuis was en kreeg hij te horen: die is troepen. Troepen? Ja, die troep van de SP.’

Zij: ‘Ons pa vond het fantastisch. Mijn moeder vond dat je je niet met politiek moest bemoeien. De eerste keer dat Jan bij ons thuiskwam, zag hij wat wit. Toen zei mijn moeder: hij gebruikt toch geen hatchies?’

De erfenis
Heeft de SP het wel goed verkocht dat ze na de laatste verkiezingen vrij snel is afgehaakt? Er zijn SP-stemmers die zeggen: 25 zetels en niks afdwingen, wat heb ik aan die partij?

Hij: ‘Dat geluid ken ik. Als je het zo zegt, is het niet goed verkocht. Het was voor ons de eerste keer. Maar het CDA wilde onder geen beding met de SP én de PvdA in een kabinet zitten. De PvdA had samenwerking steeds afgewezen.

‘Als je ziet wat de PvdA heeft ingeleverd om dit kabinet mogelijk te maken: Irak, referendum, Grondwet, noem maar op. Zo ontzettend veel dingen… De discrepantie tussen dat beleid en dat van de SP was nog veel groter. Onze geloofwaardigheid stond op het spel. Ze hadden ons de poten gebroken.’

Vindt u dat uw karwei af is? Als u de SP had achtergelaten als regeringspartij…

Hij: ‘…was de gang door de instituties voltooid. We zijn overal vertegenwoordigd, behalve in de colleges van Gedeputeerde Staten en de regering. Dat had ook nog gemoeten.’

Zij: ‘Dat komt nog wel.’

Hij: ‘Dat sowieso.’

Je moet iets voor je opvolger achterlaten.

Hij: ‘Daarom was 2008 het jaar dat het moest, omdat Agnes een eerlijke kans moet hebben bij de volgende verkiezingen. Dat doe je niet effe, daar moet je veel ervaring voor opdoen, veel debatten voeren.’

Er is maar één ding dat je effe doet: effe dimmen, zei u destijds tegen Kamervoorzitter Weisglas.

Hij: ‘Op het goede moment ja. Ik kreeg een heel aardig briefje van Weisglas. Hij schreef: ik heb je mateloos bewonderd, onder meer omdat je nooit voorspelbaar was. En heel veel dingen niet hebt gedaan, niet hebt gezegd. Daar bedoelde hij mee: je kunt wel elke keer een spoeddebat aanvragen, maar het gaat om het goede moment kiezen, een moment dat maximale impact genereert.

‘Je moet nooit primair reageren in de politiek. Nooit. Je moet een pokerface hebben. Als ik heel eerlijk ben: het is een performance. Het is natuurlijk inhoud, inhoud en inhoud. Maar het is ook: hoe doe je het? Wanneer doe je het?’

Had u graag minister willen zijn?

Hij: ‘Mijn handen hebben vaak gejeukt in de Kamerbankjes, vooral als het ging over onderwijs en zorg. Er zijn zoveel dingen die ik nog wil. In principe zit alles er nog in. Zelfs een ballonvaart over de wereld. Dat is het goeie van dat ik ben gestopt terwijl ik nog goed ben. Zodat ik niet als een geknakte loser alles op me af moet laten komen.’

Opties voor delen:
  • NuJIJ
  • eKudos
  • del.icio.us
  • Digg
  • Google Bookmarks
  • email

Reacties uitgeschakeld


  • In de media

  • Foto