Over dubbele nationaliteit, Irak en de groei van de SP
Telegraaf, 31 maart 2007
Wie Jan Marijnissen (54) interviewt, loopt het risico te worden ingepakt. Hij is charmant, slim, authentiek, dan weer amicaal, dan weer (gespeeld) verontwaardigd. Een man die moeilijke vragen omzeilt door je af te leiden met leuke anekdotes. Een man die openhartig antwoord lijkt te geven op alle vragen, maar ondertussen dondersgoed weet wat ‘ie níet zegt.
Het is een gave die de SP-leider de afgelopen veertien jaar in de Kamer heeft geperfectioneerd. Een periode waarin hij zichzelf heeft getransformeerd van een schreeuwerige actievoerder in spijkerbroek tot een gewaardeerd en gevreesd politicus, die tegenwoordig dure pakken draagt. Hij vertelt ogenschijnlijk tussen neus en lippen door dat ‘ie lasser is geweest – het liefst meerdere malen. Maar dat de jonge Marijnissen ook een fervent aanhanger was van de Chinese massamoordenaar Mao, hoor je natuurlijk niet.
Toch heeft hij met zijn SP hele volksstammen aan zich weten te binden. Zijn partij maakte een grote sprong voorwaarts bij de laatste twee verkiezingen, vooral ten koste van de PvdA. “Ik vind het wel opmerkelijk hoeveel verwarring er in die partij is”, zegt Marijnissen over de sociaaldemocraten van Wouter Bos “Als de inhoud ontbreekt wordt het vacuüm wat dan ontstaat onmiddellijk gevuld door strategie. Bij de PvdA is alles bedacht. Alles! En dan bedenk je het dood.”
Desalniettemin zit de SP ondanks de grote winst bij de verkiezingen weer in de oppositie.
“Ja, maar er is een soort onzichtbaar touwtje dat maakt dat wij toch invloed hebben. Iedereen die het regeerakkoord heeft gelezen – ik weet dat trouwens van zeer betrouwbare bron – zegt dat wij in de formatie elke dag aan tafel hebben gezeten.”
Kan wezen. Maar uw partij staat gewoon aan de zijlijn. U had ook verantwoordelijkheid kunnen nemen en bijvoorbeeld in de provincies kunnen zeggen: Wij willen gewoon meedoen. Daar is niets van te zien.
“Dan moet u beter opletten. Neem de provincie Noord-Brabant. Wij hebben gezegd: “We kunnen over alles praten.” Maar het is geen seconde over de inhoud gegaan. Het is een partijpolitiek spel geworden. Dat heeft te maken met macht en baantjes.”
Maar de SP valt in alle provinciebesturen buiten de boot. Dan denk je toch, het ligt aan ons?
“Het ligt ook aan ons, om wie we zijn.”
Een actiepartij. Dat wekt wantrouwen.
“Wij zijn geen actiepartij, wij zijn een actieve politieke partij. Wij voeren ook geen actie om de actie. Wij zijn faire mensen. Dat andere partijen ons niet vertrouwen, vind ik een gotspe. Een politieke partij die zo door de kiezers wordt vertrouwd, verdient het om niet op voorhand door andere partijen te worden gediskwalificeerd. Ik vind het een schande! De andere partijen willen gewoon voorkomen dat wij laten zien dat we kunnen besturen. Dat is zo klaar als een klontje, dat zag je eerst hier in de Tweede Kamer en nu in de provincies. Want in de twintig steden waar we in het college zitten, zijn we alleen nog maar harder gegroeid bij de laatste verkiezingen dan het landelijk gemiddelde. Dus de PvdA is niet gek. Die roept nu: de SP staat langs de kant en wij doen tenminste iets met uw stem. Dat is het enige wat ze nog hebben. Maar goed, mijn hele strijd is een strijd geweest tegen vooroordelen.”
Houden jullie die niet ook zelf in stand. SP-politici leveren bijvoorbeeld sinds jaar en dag een flink deel van hun salaris in bij de partij. Dat is toch niet meer van deze tijd?
“Pfff” Hoezo niet” Vertelt dan eens wanneer dat wel van de tijd was”
Toen jullie met plakplaatjes van Mao rondliepen.
“Ik zat al te wachten, wanneer begint ‘ie.”
U loopt nu vaak in een net pak rond en niet meer in een spijkerjack. Daar bent u toch ook in veranderd?
“Ja, omdat het beeld van mij en van de SP is veranderd. Ik vind dat iedereen er gewoon goed uit moet zien. Bij de SP-fractie is dat gemiddeld ook zo. Maar we hebben onze wezenlijke kenmerken niet verloren. De problemen van de mensen zijn echt onze problemen, dat is niet gespeeld.”
Neemt niet weg dat een heleboel mensen het aftoppen van de salarissen door SP’ers een doodeng signaal vinden. Alsof veel geld verdienen vies is.
“Er zijn een heleboel misverstanden over. Het geldt alleen voor volksvertegenwoordigers, niet voor leden, laat staan dat we dat voor de hele bevolking willen. Ik vind echt dat Kamerleden te veel geld verdienen. Ik verdien geloof ik 7000 euro per maand. Kom op, hé. Dat heb ik helemaal niet nodig. Ik geloof dat de helft naar de partij gaat. Ik zou me rot schamen als ik zoveel geld zou verdienen.
Terug naar de andere partijen. Blijven die vooroordelen tegen de SP bestaan?
“Waar ik me aan vastklamp is dat ook bij die andere partijen op een gegeven moment het besef zal doordringen dat de SP geen eendagsvlieg is, dat de zaak goed in mekaar zit, organisatorisch. Dat wij in staat zijn tegen de klippen op verder te groeien. We zijn niet klein te krijgen. Vroeg of laat gaan wij regeren. Daar ben ik van overtuigd.”
Dan moet de SP groter zijn dan PvdA.
“Ja. Ik denk dat ze die angst voor ons alleen maar los zullen laten als wij groter zijn dan de PvdA. Ik heb het nou twee jaar geprobeerd met de PvdA en Bos, maar ik kom er geen stap verder mee.”
Iets heel anders. Hoe vindt u dat de Kamer met Wilders en zijn PVV omgaat?
“Wilders houdt dit niet vol. Hij is zich aan het overschreeuwen, een weg ingeslagen waar ie bijna niet meer terugkan. Als je in een debat over dubbele nationaliteiten mensen over wie je nota bene zelf zegt dat ze een voorbeeld zijn van integratie zo schoffeert zoals hij gedaan heeft met de twee staatssecretarissen Albayrak (Justitie, red) en Aboutaleb (Sociale Zaken, red) en later met het PvdA-Kamerlid Arib – zeer op de persoon, hij heeft er plezier in dat te doen – dan zegt dat iets over de man en zijn ideeën.”
De problemen die Wilders aankaart zijn anders ook de zorgen van een deel van de SP-achterban.
“Ja natuurlijk. Als mensen hier binnenkomen zullen we ook zeggen: wij hebben een voorkeur dat u gewoon Nederlander wordt, zich aanpast, de taal leert en dat u zoveel mogelijk probeert te participeren.”
Dus u bent het eens met VVD-leider Rutte dat het Albayrak zou sieren als ze haar Turkse nationaliteit opgeeft.
“Daar was ik het niet mee eens omdat hij het op dat moment om opportunistische redenen zei. Woorden hebben een betekenis, maar de timing is ook van belang. Kijk, die dubbele nationaliteit is begonnen omdat bijvoorbeeld heel veel Turken die naar Nederland kwamen, Turks bleven. Op een gegeven moment is gezegd: kunnen we die mensen niet ook de Nederlandse nationaliteit geven, dan betrek je ze bij Nederland, krijgen ze stemrecht en zo. Dus uit het oogpunt van integratie hebben ze die dubbele nationaliteit ingevoerd. Ik heb toen grote aarzelingen gehad, want je moet toch kiezen voor een land. Ik heb me destijds laten overtuigen. Als u me nou vraagt, wat heeft uw voorkeur, dan zeg ik: ik vind het beter dat mensen kiezen. Maar het is vrijblijvend. Mensen mogen zelf bepalen. De loyaliteitsdiscussie staat hier los van.”
Wat is dan het voordeel van kiezen?
“Dat je kinderen meteen de Nederlandse nationaliteit hebben. Dat je dan stemrecht hebt, dat je kiest voor dit land, zeg maar.”
Kortom, het zou Albayrak wel sieren als ze Turkse nationaliteit opgeeft?
“Wordt dit een kritisch interview? Ik zou dat over Albayrak op dit moment zo niet meer zeggen, omdat ik niet in het kamp van Wilders en de VVD wil zitten.”
Maar bij uw redenering past het wel dat Albayrak dat opgeeft.
“Ja. Dat geldt ook voor Aboutaleb (die naast de Nederlandse ook de Marokkaanse nationaliteit heeft, red.). Ik wil ze geenszins in verlegenheid brengen, maar het zou een dikke extra plus zijn als mensen die zo”n belangrijk taak in Nederland vervullen dat zouden doen. Om de beeldvorming. Een bewindspersoon heeft een voorbeeldfunctie.”
Uzelf heeft een spilfunctie, u bent cruciaal voor de SP. Maakt u zich daar wel eens zorgen over?
“Ik maak me zorgen over heel veel dingen, over de 25-mans fractie, over de toekomst, met wie gaan we regeren, onder welke voorwaarden, en wanneer. Ik doe dit werk nou al een hele poos en ik ben nog van plan het lang te blijven doen, Maar ik ben ook maar een mens. Er kan altijd wat gebeuren.”
U bent vorig jaar gedotterd. Hoe gaat het met uw gezondheid?
“Goed.”
Voor hoeveel zetels van de SP bent u goed?
“Dat weet ik niet. Er bestaat geen Marijnissen-bonus, alleen een premier bonus. En premier ben ik nog niet geweest.”
Wilt u dat worden?
“Als ik Balkenende zo nu en dan zie, denk ik wel: dit kan beter. Hij heeft een grote strategische fout gemaakt door dit land depressief te maken. Vlak voor de verkiezingen is hij daar helemaal van teruggekomen, maar hij heeft jarenlang Nederlanders een minderwaardigheid complex aangepraat. Dat is als premier niet verstandig.”
Hoe moet het dan?
“Ik zou veel meer benadrukken wat de essentie van het leven is en daar naar handelen. Dus veel meer investeren in onderwijs. Kinderen moeten met plezier naar school gaan. Die moeten leren. We weten uit elk onderzoek dat naarmate mensen hoger zijn opgeleid, ze niet alleen meer verdienen, maar ook flexibeler zijn op de arbeidsmarkt en zelfs vaak gelukkiger. Ze zijn gezonder. Ze zijn in alle opzichten beter af. Mensen kennen de SP vooral als de partij die opkomt voor inkomensgelijkheid en huursubsidies, maar dit is wat mij ten diepste beweegt. Namelijk dat mensen voor al het moois wat het leven te beiden heeft, leren oog te ontwikkelen. Dat is geen abstract geneuzel. Dat bedoel ik heel concreet!”
U maakt zich ook druk om de rol van premier Balkenende bij de besluitvorming rond de Nederlandse steun aan de Amerikaanse aanval in Irak in 2003. Waarom?
“Balkenende is persoonlijk degene geweest die heeft gezegd: “Jongens, dit land moet door met een leugen.” Dat een premier dat op zijn geweten durft te hebben! Dat ie van de PvdA eist dat die partij in het parlement, die als belangrijkste taak heeft om de regering te controleren, dat opgeeft door niet langer een parlementair onderzoek naar Irak te steunen. Ik vind dat werkelijk ongehoord. Het is een fundamenteel recht van de Kamer om te weten wat er is gebeurd!”
Wat kunt u nog doen om toch een onderzoek te krijgen?
“In de Tweede Kamer valt niets te halen. Wij gaan het daarom meteen na de installatie van de nieuwe Eerste Kamer daar proberen. Mocht dat niet lukken dan ga ik met alle Kamerleden die dat onderzoek ook willen, vragen om een verzoek te tekenen aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) om daar onderzoek naar te doen. Ik verwacht een substantieel aantal handtekeningen van de Kamer op te halen, nog voor de zomer. Het NIOD is sowieso geëquipeerd om dat te doen, maar ze hebben wel personeelsprobleem. Dan kom ik uit bij minister Plasterk (Onderwijs). Ik zal hem vragen een bedrag ter beschikking te stellen, zodat het NIOD binnen twee jaar klaar kan zijn. En als de SP ooit in de regering komt, komt dat onderzoek er zeker.”
Reacties uitgeschakeld