Mensen zijn de SP serieus gaan nemen, Jan Marijnissen over de ontwikkeling van de SP en zijn rol daarin
Nederlands Dagblad, 18 november 2006
Jan Marijnissen over de SP: mensen zijn ons serieus gaan nemen. In de peilingen is de SP inmiddels de derde partij in zetelaantal geworden. Voorman Jan Marijnissen scoort al jaren het best in onderzoeken naar de meest betrouwbare politicus. ,,Er is iets fundamenteel veranderd’’, zegt hij. ,,Mensen zijn ons serieus gaan nemen.’’
Tekst: Hans van Soest
ENSCHEDE – ,,Hé Jan, mijn steun heb je hoor!’’ ,,Dag meneer Marijnissen, succes de 22e!’’ ,,Jan, jij bent mijn man!’’ Iedere tweede passant roept iets bemoedigends in zijn richting. Na een drukke campagnedag geniet SP-leider Jan Marijnissen in Enschede op een terrasje even van het zachte najaarsweer. Vriendelijk zwaait hij de voorbijgangers gedag. Als hij een slok neemt van zijn koffie, mompelt hij toch timide: ,,Het went nooit, dat voortdurend herkend worden.’’
De weg naar succes was een lange voor Marijnissen en de SP. Van splinterpartij die vooral lokaal actief was, groeide de SP onder de leiding van Marijnissen uit tot een van de grootste landelijke partijen in ledenaantal en, belangrijker nog, de partij met de meeste actieve leden van allemaal.
De partij ontstaat in 1972 uit de Kommunistiese Eenheidsbeweging Nederland (Marxisties-Leninisties). De afdeling in Oss, waar de dan nog twintigjarige Jan Marijnissen actief is, wordt al snel de succesvolste van allemaal. ,,Er is geen deurbel waar ik niet geweest ben, geen fabriek die ik niet van binnen kende. Oss is mijn leerschool geweest’’, zegt hij terugblikkend.
Dat die stad zo vatbaar was voor de ideeën van Marijnissen en de zijnen komt volgens hemzelf doordat de jaren zestig volkomen aan Oss voorbij waren gegaan. ,,Daar kwamen ineens van die jonge gastjes de deuren langs met de vraag of ze klachten hadden over de woningbouwvereniging. Dat had nog nooit iemand gedaan.’’
,,De lokale PvdA was te elitair en de KVP was van oudsher verweven met de macht. Er lag een enorm gat dat wij konden vullen. In ’73 organiseerden we een wilde staking bij een tapijtfabriek bij ons in de straat. Het was tegen een cao die de bond had afgesloten, maar die het personeel waardeloos vond. Die staking slaagde nog ook. Hé, dachten de mensen toen, die jochies krijgen nog iets voor elkaar ook.’’
,,Dat gaf een enorme boost. Bij de raadsverkiezing in ’74 haalden we vanuit het niets drie zetels. De KVP verloor haar absolute meerderheid. De PvdA dacht: het is maar een eendagsvlieg. Niet dus.’’
Dogma
Toen Marijnissen in 1988 landelijk voorzitter werd van de partij, was een van de eerste dingen die hij deed het afwerpen van de ideologische, marxistisch-leninistische veren waarmee de partij zich nog tooide. ,,Waarom? Omdat je het primaat niet moet geven aan gedateerde theorie. Te veel regimes hebben de werkelijkheid proberen aan te passen aan hun theorie; dat leidde tot moordpartijen en schijnprocessen. Ik heb er altijd voor gepleit dat de SP reële doelen moet nastreven. Daarom maken we er nu ook geen punt meer van dat Nederland uit de NAVO moet, of dat het Koningshuis moet worden afgeschaft.’’
Dat hij zich in de jaren zeventig tooide met de term marxistisch-leninistisch, had volgens hem vooral een electorale reden. ,,Wij gebruikten het als een hol predicaat om ons te onderscheiden van de sociaaldemocraten – die hadden zich immers bezondigd aan een verkeerd gebruik van de macht. Van het begin af aan zijn we vooral een heel praktische partij geweest, met geweldloze acties, het mobiliseren van mensen, het organiseren van hulpdiensten.’’
,,Toen de partij in de jaren tachtig in crisis verkeerde, zeiden we tegen de oude garde: stop met dat theoretische gezeur, kijk hoe wij het doen in Oss en wat voor succes we ermee hebben. Intern heeft dat amper rumoer gewekt. Twee afdelingen zijn op de oude voet verdergegaan, maar daar heb ik al twintig jaar niets meer van gehoord.’’ ,
,Dogmatiek is mij wezensvreemd. Dat zeg ik niet omdat ik de brave hendrik wil uithangen. Ik heb weliswaar bewondering gehad voor Mao in mijn jeugd, maar al snel afstand genomen van zijn geperverteerde regime. Het is ook de dogmatiek van de katholieke kerk geweest waardoor ik mijn geloof heb verloren.’’
Kostschool
Het geloof verloor hij bij de norbertijnen in Heeswijk. Hij zat daar op kostschool, nadat zijn vader was overleden. Marijnissen was toen tien. Zijn ziekelijke moeder was niet in staat hem thuis op te voeden. ,,In het derde jaar dacht ik: is dit het nou?’’ Marijnissen kon wat hij meemaakte en zag niet rijmen met wat hij leerde over de goedertierenheid van God. ,,Mijn geloof is toen weggeëbd. Ik ben niet meer religieus, maar de sfeer van het katholicisme is me wel altijd aan blijven spreken.’’
De gebeurtenissen in zijn jeugd hebben zowel zijn karakter als zijn politieke overtuiging gevormd. ,,Ik heb de nodige krassen opgelopen in die periode’’, vertelt hij er zelf over. ,,Het oprakelen van pijnlijke herinneringen doe ik bewust nooit. Omdat ik dat van mezelf weet, kan ik in alle andere contacten heel open zijn.’’
,,Ik ben oprecht geïnteresseerd in anderen, hoe zij hun problemen aanpakken, hoe zij in het leven staan – kan ik iets van jou leren? Een paar jaar geleden was dat nog anders, toen had ik meer moeite met het aanknopen van relaties. Blijkbaar is dat een persoonlijke ontwikkeling die ik heb doorgemaakt.’’
Dat besef kwam pas later, toen hij een jaar of 35 was. ,,Tot dan had ik nooit echt over alles wat me was overkomen nagedacht. Ik kwam terug van de kostschool, was een lastige puber, ging werken en werd politiek actief.’’
,,Pas later realiseerde ik me dat ik geen vader had, dat ik niet eens een foto van ons samen heb en wat ik daardoor eigenlijk altijd miste. Toen ben ik er veel over gaan praten met anderen. Inmiddels denk ik dat ik de affectieve tik die ik heb opgelopen na zijn dood en door mijn verblijf op de kostschool een plekje heb gegeven.’’ Achteraf beseft hij dat ook zijn levensovertuiging in die periode is gevormd.
,,Ik heb in die tijd geleerd dat ieder mens uiteindelijk zelf verantwoordelijk is voor zijn leven en geluk. Het is fijn als anderen je helpen, maar reken er niet te veel op, want voor je het weet ontvalt alles je. Het is een gunst als mensen iets voor je betekenen, maar geen vanzelfsprekendheid. Als je het hebt, prijs je gelukkig.’’
Oss
Ondanks die affectieve tik, kreeg hij al op jonge leeftijd iets met zijn latere vrouw Mari-Anne. Hij was vijftien, zij zestien. Volgende maand zijn ze dertig jaar getrouwd. ,,Je had twee jeugdgroepen in Oss: de Puch- en de Kreidler-rijders. Ik hoorde bij de eerste groep. Wij hingen vaak rond bij de lokale ijssalon. Daar kwam Mari-Anne ook met haar vriendin.’’
,,Het heeft me al die jaren geen enkele moeite gekost bij haar te blijven. Ondanks dat ook wij natuurlijk wel eens botsen, heb ik me altijd bij haar thuisgevoeld. Het is natuurlijk ook erg verbonden met onze dochter, ons huis, het tuintje waar ik erg van houd. Zij is net zo druk als ik, als lerares op de basisschool en in de politiek. Zij heeft nooit zitten wachten op mij, we hadden ieder ons eigen leven en stimuleerden elkaar daarin.’’
De drijfveer in zijn politieke handelen haalt hij naar eigen zeggen uit de ontmoetingen die hij met ‘gewone mensen’ heeft. ,,Ik word ontroerd door mensen die zich dienstbaar opstellen. Dat zijn de ware helden! Mensen die recht hebben om te klagen, dat niet doen maar doorgaan en uiteindelijk slagen.’’
,,Mensen die hun tegenslag overwinnen en daarbij een lichtend voorbeeld zijn voor anderen. Zoals mevrouw Griffioen, een vrouw die mij ooit een brief schreef die nu al twee jaar wordt voorgelezen in onze tv-spotjes. Eén passage grijpt me nu nog steeds aan als ik die hoor: we hebben het nooit breed gehad, we redden het nu ook wel.’’
Zijn eigen lichtend voorbeeld was zijn moeder. ,,Zij had een vanzelfsprekende mildheid. Ze was ootmoedig en barmhartig. Een paar jaar geleden is ze overleden. Ze was 93. Dat ze ooit dood zou gaan, daar was ik al mijn hele leven op voorbereid. In de tijd dat ik op kostschool zat, was ze al erg ziek. Ik dacht voortdurend: als zij ook dood gaat, ben ik helemaal alleen.’’ ,,Ze had een zenuwaandoening die de hartspier verlamt. Als veertienjarig jochie moest ik geregeld de huisarts bellen die weigerde te komen, omdat ik een stervende moeder op mijn bed had zitten. Ik geef het je te doen. Ik heb er voldoende angst om gehad. Ook later moest ik nog vaak ’s nachts naar haar toe omdat ze weer een aanval had. De dood is altijd prominent in onze relatie aanwezig geweest. Dat ze 93 is geworden, daar ben ik alleen maar dankbaar om.’’
,,Ze had het niet makkelijk. Ze was jong weduwe, ziek, haar kinderen waren lastig en zijn allemaal iets anders gaan doen dan zij voor hen gedacht had. De grootheid hoe ze daar mee omging, ondanks ook haar gebreken, die was altijd heel oké. Natuurlijk snapte zij ook wel dat ze het anders met eenzaamheid zou moeten betalen, maar sommige mensen kunnen eindeloos vergeven. Zij was ook zo iemand.’’
Overtuiging
Marijnissens levensovertuiging is ook terug te vinden in de standpunten van de SP. ,,Een paar jaar terug stelden we ons binnen de partij de vraag: waarom doen we dit eigenlijk, wat bindt ons? Onze cruciale waarde was boven alles menselijke waardigheid, nog meer dan solidariteit. Want de solidariteit van anderen is vaak een gunst en daar moet je het niet van laten afhangen. Menselijke waardigheid moet vooropstaan voor iedereen.’’
,,De SP zal nooit beloven dat ze mensen gelukkig zal maken, dat moeten ze zelf doen. De politiek kan wel omstandigheden creëren waarin die waardigheid centraal staat. Daarom moeten we ook van die massale verpleeghuizen af. Ieder mens die daar komt, krijgt er een aversie tegen. Tegen de lucht, tegen de hele ambiance. Waaraan hebben die mensen het verdiend zo hun laatste dagen te slijten?’’
,,En die massascholen. Kinderen moeten empathie kunnen ontwikkelen. Dat kan niet op een anonieme grote school. Daarom bepleiten wij al jaren dat de menselijke maat terug moet in de maatschappij.’’ Inmiddels leeft dat thema weer. ,,In de jaren negentig was er geen oog voor de publieke sector en de publieke moraal. Iedereen ging voor zijn eigen portemonnee. Dat is veranderd.’’
In de loop der jaren is hij milder geworden, zegt hij. Hij heeft meer geduld gekregen voor anderen die niet dezelfde capaciteiten of bevlogenheid hebben als hij. Hij heeft leren accepteren dat de wereld niet in twee jaar te veranderen is, ,,en ook niet in twintig jaar’’. Ook maakt hij zich minder druk om het beeld dat anderen van hem hebben. ,,Daarom zeggen de peilingen me ook niet zo veel. Natuurlijk vleien ze me, maar ik weet ook welke andere beelden er van mij bestonden tot voor kort.’’
Dictator
Zoals het beeld van de almachtige dictator die alles binnen de SP naar zijn hand zet. ,,De SP is niet alleen Jan Marijnissen. Ik ben twee jaar veel in het land geweest en ziek geworden, maar het werk ging gewoon door. Of denkt iedereen dat ik vanaf een hotelkamer of mijn ziekbed ook alle debatten zat te coördineren?’’
,,We hebben heel goede Kamerleden. Ook als ik in Den Haag ben, kijk ik ze niet voortdurend op hun vingers. Ik heb het druk genoeg! Ik ben wel iemand die de dingen benoemt, al doe ik dat steeds minder confronterend. Ik blijf vriendelijker dan vroeger.’’
Lang kampte Marijnissen met rugklachten en dit voorjaar kreeg hij een lichte hartaanval. Iets waarop hij liever niet de nadruk legt. ,,Ik ben geestelijk en lichamelijk fit. Toen ik er in de tijd van paars 2 mee wilde stoppen, heeft de partij me overgehaald door te gaan.’’ ,,Alle bijval die we krijgen de laatste jaren heeft me enorm veel energie gegeven. Ook als we weer in de oppositie belanden, denk ik dat we heel waardevol werk kunnen doen. Door het voortdurend agenderen van de problemen van de gewone mensen, door voortdurend te hameren op misstanden nemen andere partijen uiteindelijk toch je standpunten over.’’
Reacties uitgeschakeld