Kennen ze eigenlijk de geschiedenis van de sociale strijd nog wel?
Trouw, 28 december 2005
De kans is aanwezig dat links na de volgende verkiezingen voor de Tweede Kamer een absolute meerderheid verwerft. Maar zullen PvdA, SP en GroenLinks dan echt samen gaan regeren? Jan Marijnissen (SP) vertelt waarom hij wil dat Wouter Bos (PvdA) voor hem kiest.
Door: Ruud van Heese en Esther Lammers
Wie er niet op zit te wachten dat Nederland door een linkse meerderheid wordt geregeerd, kan opgelucht ademhalen. Wie er juist naar uitkijkt, heeft reden tot ongerustheid. Want al scoren ze samen een meerderheid in de peilingen, de drie linkse partijen werken nog niet echt samen.
SP-leider Jan Marijnissen is bijvoorbeeld erg geschrokken dat GroenLinks nadenkt over flexibeler arbeidscontracten. Maar door het boekje dat Wouter Bos (PvdA) onlangs schreef kreeg hij weer wat hoop.
De SP-leider heeft het afgelopen jaar flink geïnvesteerd in contacten met Wouter Bos en Femke Halsema (GroenLinks). Hij heeft met ze gepraat. En ze hebben wel eens met z’n drieën gegeten. Maar veel schot zit er nog niet in de linkse samenwerking, erkent hij.
Wordt er tijdens zo’n etentje wel eens gelachen?
“Jawel.”
En ontstaat er dan ook iets?
“Nee. We investeren in een goede verstandhouding. En op fractieniveau gaat de samenwerking al goed”, zegt de SP-leider in een Haags etablissement.
“Ik zou zo graag willen dat PvdA, GroenLinks en SP nog voor de verkiezingen gezamenlijk met 25 hoofdpunten van beleid naar buiten komen, als echt alternatief voor het neoliberale beleid. Mijn top drie zou zijn: onderwijs, armoede, verpleeghuizen. Daar kunnen we het heel snel over eens worden. Het zou zo’n extra schwung geven als de drie partijleiders zouden zeggen: we gaan er vol in.”
Maar Wouter Bos, die onlangs heeft laten weten dat hij graag premier wil worden, is daar niet voor te porren, weet Marijnissen. “Hij is bang dat hij kiezers op de rechtervleugel van de PvdA kwijt raakt. En hij denkt dat de drie partijen meer zetels krijgen als ze apart opereren dan wanneer ze samen optrekken.”
“Ik ben dat niet met hem eens. Volgens mij vormen we juist een uitstekende coalitie met de bestuurskracht van de PvdA, het vrijzinnig denken van GroenLinks en de sociale bewogenheid van de SP.”
“Onze achterban wil het. De aanhang van de PvdA wil het. En de nieuwe PvdA-voorzitter, Van Hulten, voelt er ook wel voor. Zo’n coalitie krijgt in peilingen van Maurice de Hond nu al steun van 30 procent van de kiezers, terwijl het kabinet op 11 procent staat.”
“Dit soort momenten komt in de geschiedenis niet vaak voorbij. Dat heb ik ook tegen Bos gezegd. Ik wil later niet op mijn tuinbankje zitten en dan denken: we hebben in 2007 de kans gemist, het momentum voorbij laten gaan.”
Marijnissen kreeg weer wat hoop na lezing van het boek dat Wouter Bos onlangs publiceerde.
“Na lezing dacht ik: waarom is de PvdA jarenlang zo Oost-Indisch doof geweest? Veel ellende komt voort uit de tijd van de twee paarse kabinetten. De PvdA huurde toen gewoon een kamertje in het liberale huis.”
“Maar in het boek van Bos kom ik veel herkenbaars over de samenleving tegen. Waarom gaat het mis in het onderwijs, de jeugdzorg, verpleeghuizen en UWV’s en CWI’s? Omdat we alles hebben gedehumaniseerd en gebureaucratiseerd. Het menselijke contact, elkaar aanspreken en verantwoordelijkheid laten nemen; dat is weg en moet terug. Ook Bos komt tot die analyse, al blijft hij wat oppervlakkig.”
“Ik weet dat het boek geen verkiezingsprogramma is. In welk beleid het uitmondt, is afwachten. Maar zijn noties, zoals lotsverbondenheid, komen aardig onze kant op.”
Dat geldt niet voor GroenLinks?
“Nee, ik ben daarvan echt geschrokken. Ik heb nog met Paul Rosenmöller (de voorganger van GroenLinks-leider Halsema, red.) gevochten tegen flexibilisering van arbeidscontracten. GroenLinks constateert dat daardoor nu een tweedeling op de arbeidsmarkt is ontstaan. En wat is hun oplossing? De hele arbeidsmarkt flexibiliseren! Kennen ze eigenlijk de geschiedenis van de sociale strijd nog wel? Dan heb je het dus totaal niet begrepen, Halsema.”
“Het overgrote deel van de mensen wil helemaal niet van de ene naar de andere baan hoppen. Die mensen willen gewoon de zekerheid van een baan bij een bedrijf waarvoor ze loyaliteit voelen.”
“En dan dat gepraat over het feit dat de laagste loonschalen van de cao nu niet worden benut. Dat sommige laagopgeleide werknemers te duur zijn voor het werk dat ze doen. Het lijkt wel of ik Wim Kok hoor. Voor die lonen is strijd geleverd, hoor.”
“Tekenend is dat de werkgeversorganisaties VNO-NCW juichen en de vakcentrale FNV het plan afkraakt. Dan moet je je als linkse partij echt afvragen waarmee je bezig bent.”
Marijnissen wil Nederland een alternatief geven voor de neoliberale, Angelsaksische politiek. “Die geadopteerde politiek van Thatcher is destructief voor de samenleving geweest. De inkomensverschillen zijn vergroot, de sociale zekerheid is gesloopt, de publieke sector is aan gort en de beroepseer is aangetast. Er is een mentaliteit in Nederland gekomen van: ikke, ikke en de rest kan stikken. En dat gebeurde allemaal vanuit het idee dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid wel nemen. Maar de reflex van burgers is geweest: zoek het dan maar zelf uit.”
Daarom is de analyse van GroenLinks absoluut verkeerd, zegt Marijnissen. “Ze leggen zich bij de situatie neer met hun nadruk op flexibilisering, individualisering en het marginaliseren van de vakbeweging. Hun argument is dat het moet, vanwege de globalisering. Maar dat proces gaan we toch niet als breekijzer voor nog verdere verslechtering gebruiken? Waar is het lonkend alternatief van GroenLinks?”
Maar wat kun je dan doen?
“Je kunt het omdraaien. Ik ben erg voor Europese samenwerking om maatschappelijke problemen aan te pakken. We moeten gezamenlijk een antwoord vinden op de race to the bottom (de wedloop waarbij landen, om met elkaar te kunnen concurreren, steeds meer ingaan op de wensen van werkgevers, red.) Dus afspraken maken over een fatsoenlijk niveau van leven.”
Ook daarin ziet Marijnissen verschillen met Halsema en Bos.
“Zij ontkennen dat er nog altijd een grote tegenstelling is tussen arbeid en kapitaal. Dat is de wetmatigheid van het kapitalisme. Een werkgever is per definitie een monopolist op de arbeidsmarkt. Hij kan altijd kiezen uit vele werkkrachten. De individuele werknemer staat daar machteloos tegenover, tenzij hij zich organiseert met anderen. Halsema en ook Bos miskennen de onmisbare rol van de vakbeweging.”
“De gotspe is dat bedrijven klagen dat ze geen geschikt personeel kunnen vinden, maar dat ze niet thuis geven als het beroepsonderwijs om stageplekken vraagt. Het kabinet denkt dat het bedrijfsleven zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid wel neemt. Maar zo werkt het niet.”
“De 40-urige werkweek of de afschaffing van kinderarbeid zijn er echt niet gekomen dankzij de werkgevers, maar doordat de politiek hun dat oplegde.”
Volgens Marijnissen moet de overheid opnieuw ingrijpen. Om te voorkomen dat gedeeltelijk arbeidsongeschikten in de bijstand belanden, moet de overheid bedrijven verplichten vijf procent van de banen voor hen te reserveren. “Dat betekent iets hogere loonkosten, maar doordat elk bedrijf dat heeft, werkt het niet concurrentievervalsend.”
Dat hebben we toch al eens gehad?
“Ja, dat klopt. Maar dat is mislukt doordat de overheid de wet niet wenste te controleren. Dat moet nu wel gebeuren.”
“Denk je nu echt dat werkgevers uit zichzelf arbeidsgehandicapten aannemen of in dienst houden? Natuurlijk niet. Het zijn geen liefdadigheidsinstellingen. Kijk naar de afspraak die het kabinet onlangs op de Werktop met werkgevers en vakbeweging maakte: ’We vragen werkgevers gedeeltelijk arbeidsongeschikten niet te ontslaan’. Tsjonge, dat zal helpen.”
“De kiezers moeten een echt alternatief op links krijgen. CDA en VVD zijn mij zeer behulpzaam met hun afwijzing van Bos. Maar hij moet zo langzamerhand wel gaan bewegen, zich voor de verkiezingen duidelijk uitspreken voor het linkse alternatief. Anders verliest het plan zijn wervingskracht. Bos mag natuurlijk blijven gokken op een coalitie met CDA of VVD. Maar dat wordt niks. Ik ben ervan overtuigd dat een kabinet-Bos zonder de SP na een jaar al weer valt.”
Copyright © 2005 Trouw
Reacties uitgeschakeld