Interview door Emile Fallaux en Frank Groothuis, over de noodzaak van een links akkoord
Vrij Nederland, 1 oktober 2005
Dit kabinet liegt, zegt SP-voorman Jan Marijnissen. ‘Over de stand van de economie, hun wens om mensen langer te laten werken. Ach, over zoveel.’ Tijd voor een links akkoord. Ook in het belang van de PvdA-kiezers. ‘Als Bos de strijd alleen gaat voeren, krijgt hij het moeilijk.’
Tekst: Emile Fallaux en Frank Groothuis
Het is vrijdagmiddag. Jan Marijnissen heeft de nacht doorgebracht in Den Haag, waar nog geen twaalf uur eerder de algemene beschouwingen zijn afgelopen. Nu rijdt hij naar huis en af en toe vragen we of hij alstublieft de handen aan het stuur wil houden, want de opwinding en verontwaardiging denderen door de wagen.
Over Jan Peter Balkenende gaat het natuurlijk en ‘zijn pose van zelfvertrouwen’, terwijl de peilingen zo desastreus zijn. ‘Nog twee jaar moeten we toekijken hoe die slachtpartij doorgaat. Wat voor effect gaat dat hebben op de Nederlandse samenleving? Op het vertrouwen in de politiek, op de hoop op een goeie toekomst?’ En over Wouter Bos hebben we het vanzelfsprekend ook. Bos, die ‘eindelijk eens flink uithaalde’ naar Balkenende en zijn CDA. Maar tegelijkertijd geen enkele handreiking deed naar de beide bondgenoten ter linkerzijde, GroenLinks en de SP, om samen tegen dit kabinet ten strijde te trekken. ‘Hij laat het open. Terwijl we nu de kans hebben om een alternatief neer te zetten. Daar zien de mensen naar uit!’
Niet dat Jan Marijnissen naïef is, dat hij verwachtte dat Wouter Bos plotseling over de brug zou komen. Dat was een paar dagen eerder al gebleken, vlak voor prinsjesdag, toen we hem spraken in zijn favoriete Griekse restaurant, vlak bij het Haagse Plein. De wijn vloeide en de krachttermen gingen, als in elk gesprek met de SP-leider, in gestrekte draf over tafel. Maar plots sloeg hij met zijn vuist op het blad, zodat de borden rinkelden: ‘Waarom zou Wouter Bos niet de speciale inbreng en positie van de SP kunnen respecteren? En die van GroenLinks? Waarom kunnen CDA en VVD wel met elkaar samenwerken in een kabinet? Nota bene de Partij van de Arbeid onder Kok werkte samen met de VVD. Waarom kon dat wel? En met de SP zou het niet kunnen?’
De absolute noodzaak van een linkse greep naar de macht is het leidende thema in onze gesprekken met Marijnissen, aan het begin van weer een politiek seizoen, het elfde sinds de entree van de Socialistische Partij in de Tweede Kamer. Van een actiepartij op buurt- en bedrijfsniveau, geschoeid op marxistisch-leninistische leest, is de SP geëvolueerd naar een beweging met een vaste parlementaire basis. Ruim veertigduizend leden en nog steeds groeiende. Onbetwiste leider: Marijnissen. Het afgelopen jaar herhaaldelijk aangevallen in meer en minder serieuze publicaties, omdat hij intern een dictator en manipulator zou zijn. ‘Zonder bewijzen,’ beweert Marijnissen met een zucht van ergernis. Als hij bijna routineus ingaat op een aantal aantijgingen, blijkt in elk geval dat hij de touwtjes nog steeds strak in handen heeft. Is het niet raar dat hij zowel fractievoorzitter als partijvoorzitter is, waardoor interne kritiek nooit tot wasdom kan komen? Nee, meent Marijnissen: ‘Waarom zou je energie steken in het organiseren van oppositie in je eigen organisatie?’ Waarom kent de kamerfractie van de SP niet, zoals alle andere partijen, een vice-fractievoorzitter? ‘Kijk, als ik onder de tram kom, moet de partij onbelast kunnen afwegen wie mijn opvolger wordt. Als je een vice-fractievoorzitter aanwijst, zit je daar al snel een paar jaar aan vast.’ En dat zijn strakke bewind geen enkele ruimte biedt voor de ontplooiing van mogelijke opvolgers, is ook onzin. ‘Ik heb vanaf het begin tegen mezelf gezegd: de partij kan niet ergens in de spelonken van de samenleving naar een opvolger van mij moeten zoeken. Er zijn kandidaten. Er is een aantal mensen dat het morgen zou kunnen overnemen.’
Explicieter zal Jan Marijnissen niet worden op dit vlak. ‘Op het moment dat ik over dat soort dingen praat, ben ik weg. Dat ben ik nog lang niet van plan. Neem van mij aan dat ik me omring met mensen die het partijbelang laten prevaleren boven het behagen van Jan Marijnissen. Ik heb de afgelopen maanden met veel mensen gesproken en iedereen vindt dat ik moet blijven, als ik het kan en wil. In 2007 sta ik er dus. Daarna zien we wel verder.’
In een permanente stroom van uitroeptekens komen tijdens onze gesprekken de beleidsdaden van het kabinet Balkenende langs. Het ‘idiote’ nieuwe zorgstelsel, de antiterreurmaatregelen die te ver doorschieten, het Openbaar Ministerie dat keer op keer faalt, of het nu bij terreurprocessen is, de Puttense moordzaak of de zaak tegen Cees B. Fout op fout, en vervolgens een verantwoordingsproces dat alleen maar leidt tot hilariteit en verontwaardiging. ‘Waar het aan scheelt in Nederland is een fatsoenlijke institutionele moraal. Een dominante moraal binnen overheidsinstellingen, die keer op keer wordt herbevestigd en onderhouden.’ Wat niet gebeurt, dus. ‘Nee. Er heerst niksigheid, nihilisme. De publieke sector is in zijn institutionele moraal al zo geërodeerd, dat beroepseer, beroepsautonomie en integriteit totaal geen rol meer spelen. Dat is een van de oorzaken van het gigantische wantrouwen tegen instituties, tegen de politiek, tegen de regering. Cynisme, frustratie en woede, wie je ook spreekt. Het gist van alle kanten.’
Het zal niet verbazen dat Marijnissen daar wat aan wil doen. Ondanks alles gelooft hij in de kracht van de politiek. ‘Ik geloof in de maakbaarheid. Zij het met mate. We kunnen in de politiek mensen niet gelukkig maken. Maar we kunnen wel de omstandigheden zodanig maken dat mensen met maximale kans op succes dat geluk kunnen najagen. Het heeft ook met moraliteit te maken en ik vind dat mensen in leidinggevende functies daarop kunnen worden aangesproken. Ze moeten niet liegen, zoals dit kabinet wel geregeld doet. Over de stand van de economie, hun wens om mensen langer te laten werken. Ach, over zoveel.’
De SP moet dus aan de macht, met GroenLinks en de Partij van de Arbeid. Maar wie gaat Wouter Bos zeggen dat hij na de verkiezingen niet toch met het CDA een nieuwe regering moet vormen?
‘Ik. Maar belangrijker: er zijn steeds meer PvdA’ers die het hem zeggen. Zij spreken mij ook aan. En vertegenwoordigers van onze drie partijen praten al in een soort Des Indes-beraad met elkaar. Kijk, ik heb een heel simpel argument: de PvdA kan van haar programma meer met ons uitvoeren dan met het CDA of de VVD. Het is in het belang van de PvdA-kiezers. En het grappige is dat die linkse coalitie al jaren de meest populaire in Nederland is. Maurice de Hond peilt dat vijfentwintig procent van de mensen die coalitie wil.’
Bos gaat dat niet doen. In een linkse regering wordt hij de meest rechtse van het stel.
‘Dat is hij nu ook. Hoeveel mensen zeggen niet: Wouter, wees eens wat uitdrukkelijker. Wouter, kies eens wat meer. Maar je hoeft niet te speculeren over wie er het meest dreigt in te leveren als zo’n kabinet er komt. Daar is niets zinnigs over te denken.’
We kunnen ons voorstellen dat u hier politiek voor strijdt. Maar u gelooft toch niet echt dat het gebeurt?
‘Laat ik het zo zeggen: in mijn leven is het vaak zo geweest dat de werkelijkheid mijn verwachtingen overtrof. Wie had gedacht dat wij dat referendum gingen winnen?’
U had de regering mee. Die was zo slecht, daar kun je alleen maar van dromen.
Dat hadden we niet moeten zeggen. Het is maar goed dat elders in het etablissement inmiddels gezongen wordt, want Marijnissen moet even stoom afblazen. ‘Zo wordt aan onze campagne steeds afbreuk gedaan. We hebben er keihard voor gewerkt.’
Okay. De regering was slecht en de SP was erg goed.
‘Wij zijn als partij al tien jaar het intensiefst met Europa bezig. Er is bijna geen toespraak van mij buiten de Kamer te vinden of ik heb het over Europa gehad.’
Maar is juist het SP-standpunt ten opzichte van Europa, en überhaupt uw buitenlands beleid, niet de reden waarom u nooit een acceptabele partij kunt zijn voor de PvdA? Kritisch op Amerika, lastig over Europa. Dat is niet salonfähig.
‘Er zijn beslist hobbels.’
Dat is een understatement.
‘Nou ja, ik wil ze niet kleiner voorstellen dan ze zijn. Adepten van de marktwerking zijn in de Partij van de Arbeid nog veel te vinden. Ook in de zorg en in de publieke sector. Daar hebben we een probleem. Amerika is in de recente geschiedenis minder een probleem geworden, omdat de PvdA net als de SP afstand heeft genomen van Irak en toch op zijn minst in Europa aan het bijdraaien is in onze richting.’
Maar in diepste zin is de PvdA een Atlantische partij.
‘Dat is aan het veranderen. Het belangrijkste argument van de PvdA voor de Europese grondwet was dat we als Europa een vuist konden maken tegen de Verenigde Staten. Niet zo’n sterke redenering, maar goed. Ik zit helemaal niet te wachten op een vuist tegen de VS. Ik hoop vooral dat de VS gaan inzien dat ze het internationaal niet alleen kunnen. Dus ja, er zijn hobbels. Ook met Groenlinks. Maar ik zie in de oppositie dat er vooruitgang geboekt wordt. De druk van onderop zal toenemen.
In het virtuele electoraat van de PvdA zegt nu vijftig procent van de mensen: ik kan net zo goed SP stemmen. Daar zou ik als ik Bos was rekening mee houden. Het is al twee jaar zo.’
Het gaat gewoon niet lukken.
‘Dat zal blijken. Ik wil niet over tien jaar in de lentezon tegen een muurtje aan zitten en terugkijkend denken: o shit man, toen in 2007, toen hadden we het voor het oprapen.’
Waardoor kan een links kabinet zich onderscheiden in de vier jaar die hem gegeven is?
‘Het is heel simpel. Zo’n kabinet moet vanaf dag één een andere richting gaan bewandelen. Natuurlijk kunnen we niet alles van de laatste vijfentwintig jaar terugdraaien. Wij zullen de nieuwe realiteit als uitgangspunt nemen. Maar we gaan een andere kant op. En ik denk dat we veel maatschappelijke organisaties en heel veel individuen uit het CDA en D66 meekrijgen.
Er is zoveel onrechtvaardigs gebeurd, de laatste jaren. Ik heb een brief liggen van een vrouw over haar man, die eenenveertig jaar stratenmaker is geweest. Die is deels afgekeurd, moet solliciteren. Dat kan hij niet, vanwege een tremor. Nou mag-ie vrijwilligerswerk doen, maar dat kan hij ook niet. Die man is kapot. Eenenveertig jaar straten maken. Hoe denk je dat die rug eruitziet? Maar hij moet toch weer solliciteren. Schrijft die vrouw: laat ons toch alsjeblieft met rust. We hebben ons ons leven lang kapot gewerkt. Dit is treiteren man! En dat gaan wij anders doen. Dat gaan wij echt anders doen. Wij gaan de mensen niet het gevoel geven dat de regering er is om constant mensen te treiteren.’
Meer?
‘Al dat onrecht rond de herkeuringen. Onrechtvaardig. Gaan we terugdraaien.’
Het ministerie van zorgtoeslag?
‘Opheffen. Onvoorstelbaar. En dat van een kabinet dat zegt: minder regels.’
U wordt minister-president, hebt u al eerder gezegd. Maar Wouter Bos dan?
‘Als wij groter worden dan de PvdA…’
Dat gaat gebeuren?
‘Je kunt het je niet voorstellen, maar najaar 2002 stonden wij op drieëntwintig zetels en de PvdA op vijfentwintig. Er zijn er bij de PvdA die gedacht moeten hebben: het zal toch niet gebeuren… Het kan gebeuren.’
Er komt koffie. De kok showt zijn kroost aan de grote leider en serveert even later uit blijdschap over diens klandizie een verrassingsdessert. Nog een glaasje dan maar, terwijl Marijnissen belooft dat hij bij de verkiezingen het thema Europa weer in stelling gaat brengen. Hij is ervan overtuigd dat Balkenende net als Barosso de idee van een federalistisch Europa niet heeft afgezworen. ‘Het Europese project moet ook vooral doorgaan, maar die verdieping van Europa, daar zit een heel groot probleem. Ik vind dat je zulke cruciale zaken uit het oogpunt van democratie niet kunt doen zonder steun uit de bevolking.
De Europese ministers van Financiën hebben alweer besloten die dienstenrichtlijn erdoorheen te rammen. Ik vind het onvoorstelbaar. Onverantwoord. We zien het ook met de Polen die massaal naar Nederland komen. Dat gaat tot grote maatschappelijke problemen leiden. Onze bouwvakkers klagen nu al dat ze nergens meer aan de bak komen. Wat willen we nou?’
Eerlijke concurrentie in Europa.
‘Maar niet op deze manier. Ik noem dit oneerlijke concurrentie. Waarom hebben wij honderd jaar sociale strijd geleverd? Wij hebben in Nederland afgesproken dat er een prijs staat voor het inhuren van een stukadoor. Als iemand hier Poolse maatstaven komt introduceren, kunnen we net zo goed de Poolse sociale wetgeving overnemen.’
Is dit niet solidariteit met de arbeiders in andere landen?
‘Ik zou zeggen: ga Polen opbouwen. Ga daar de sociale strijd voeren.’
Maar deze mensen hoeven dat niet. Die kunnen gewoon hier hun brood verdienen.
‘Precies. Daarom is Europa heel fout bezig. Ik verwijt die Polen niks. Ik heb in mijn leven nog nooit een economische vluchteling een verwijt gemaakt. Ik zou in dezelfde situatie hetzelfde doen. Nee, ik heb het over domme politici. Deze mensen stoten het brood uit de mond van vrachtwagenchauffeurs, bouwvakkers, arbeiders in de horeca en de tuinbouw. Waar gaan wij de jongens en meisjes van ons vmbo allemaal neerzetten? De jeugdwerkloosheid is twee keer zo hoog als het gemiddelde. Het is van een dommigheid en kortzichtigheid. Men is haat aan het zaaien, verdeeldheid. Men begrijpt niet dat met dit soort maatregelen juist alle sympathie voor Europa weglekt. Het zijn de mensen in de laagste beroepen en met de laagste salarissen die eruit gedrukt worden. Die krijgen weer eenzijdig de problemen. Niet omdat ze te veel verdienen. Want dat zeggen de ministers van Financiën: geen wonder dat die Polen komen, in Nederland zijn de lonen te hoog.’
Het gevolg kan alleen zijn dat de lonen omlaag gaan in Europa.
‘Precies dat is het Europa waar wij ons bij de Europese grondwetscampagne tegen hebben verzet. Nogmaals, ik heb helemaal niks tegen die Polen. Ik heb het erover dat die Pool honderd uur per week mag werken, waar jij als Nederlandse bouwvakker nooit aan kan. Om dit te voorkomen moet de regering tewerkstellingsvergunningen invoeren en die maar mondjesmaat uitgeven. En betere inspecties op bouwplaatsen en andere plekken houden. Maar weet je, dit kabinet vindt het allemaal geweldig. Want dit is weer een breekijzer om de lonen naar beneden te krijgen.’
Dus de Polen zijn een wapen van deze regering?
‘Duidelijk. Daarom steekt ze ook geen poot uit. Het kan niet verder zo. Wij moeten ons als Nederland afvragen: wat is ons nog dierbaar? Wat zijn fatsoenlijke arbeidsomstandigheden? Er gebeuren nu dingen in de bouw, die hebben wij allemaal al een keer afgeschaft! Bij het verdrag van Maastricht heb ik al gezegd: er komen rondtrekkende paria’s in Europa die als verschoppelingen overal het smerigste werk tegen het laagste loon gaan doen. ‘t Is een snelweg naar Amerikaanse toestanden. Als we extrapoleren wat er de afgelopen twintig jaar is gebeurd, voorspel ik dat we over tien jaar de Verenigde Staten van Europa hebben.’
Dat is een weinig optimistische visie.
‘Ja, dat is het. En als ik dat de mensen schets, zegt negentig procent: no way. Maar dan komt het kabinet met een aantal mooie dingen in de begrotingen van 2006 en 2007…’
We krijgen een paar aalmoezen.
‘Precies. En dan is men weer blij. Het geheugen van de mensen is zo kort. Dat is ook de schrik van Wouter Bos. Daarom zeg ik: nu is het moment dat we dat akkoord moeten sluiten. Als Bos de strijd alleen gaat voeren, krijgt hij het moeilijk. En het zou zo zonde zijn. Want het is de vraag of de toekomst nog een volgende gelegenheid zal geven binnen nu en twintig jaar. Dat is zeer de vraag.’
En of linkse partijen dan nog bestaan. Ze worstelen met de tijdgeest. Links is voor het individu, maar wil aan de andere kant solidariteit. Het is niet vanzelfsprekend dat die in elkaars verlengde liggen.
‘Niet vanzelfsprekend. Inderdaad. PvdA en GroenLinks enerzijds en de SP anderzijds kijken ook zeer verschillend tegen dit vraagstuk aan. Wij hebben nooit iets gehad met keuzevrijheid – een eufemisme voor de administratieve chaos die we in Nederland aan het organiseren zijn. Niemand zit daar op te wachten. Als ik hernia heb, ga ik niet op internet zoeken naar een ziekenhuis. Pleur op. Ik ga d’r van uit dat alle ziekenhuizen goed zijn. Concurrentie tussen scholen! Hou op. Als er slechte scholen zijn, komt dat door omstandigheden en moeten die veranderd worden. Je gaat toch niet scholen tegen mekaar opzetten? Dat is de vorm die het neoliberalisme heeft gekregen in Nederland.’
Het is de gedachte dat competitie het beste in mensen en instellingen naar boven brengt.
‘Ja, tegen beter weten in. Kijk naar Talpa. Naar de marktwerking in de thuiszorg: het is een chaos. Slechte kwaliteit, geen opleidingen meer voor het personeel, wantoestanden.’
Over Talpa gesproken. U was laatst te gast in de talkshow van Jensen! Zijn er geen grenzen aan het redden van de beschaving?
‘Ach, je bereikt eens een nieuwe groep mensen. Er kijken ongelooflijk veel jongeren naar Jensen. Wat heeft het voor zin om daaraan hooghartig voorbij te lopen? Het was overigens een leuk gesprek. Ik vind dat van een heel andere categorie dan een zwangere moeder in een Big Brother-huis.’
Copyright © 2005 Weekbladpers Tijdschriften
Reacties uitgeschakeld