‘Ik doe er niet aan mee’

dinsdag 04 januari 2005 :: 12.08 uur

Jan Marijnissen over hypes en politieke spelletjes
Dagblad Trouw, 4 januari 2005

SP-fractieleider Jan Marijnissen hield zich de afgelopen maanden opvallend stil in het debat. Want hij ergert zich, zegt hij, aan de hypes en politieke spelletjes. “Ik krijg op mijn donder dat ik te weinig voor de camera sta.”

Zijn ogen schieten vuur, de sigaret wordt vermorzeld in de asbak. “Kwam bij de moord op Theo van Gogh de kogel van de islam? Wat een onzinnige stelling. Net zoals bij Fortuyn de kogel van links zou zijn gekomen. Het zijn uitermate domme reacties. Het overgrote deel van de moslims keurt deze moord af. Ik ben destijds zelf ook geterroriseerd omdat links Fortuyn vermoord zou hebben. Ik had er niks mee, voelde me ook niet aangesproken.”

Nederland, vindt Jan Marijnissen, is ten prooi gevallen aan een enorme hyperigheid. “Na de moord op Pim Fortuyn is dat begonnen. We hebben het navelstaren tot een nationale sport verheven. Je kunt er vergif op innemen: elke dag een hype. Elke dag moeten die politici weer voor de camera, moet iedereen weer commentaar leveren en rollen we weer met z’n allen over elkaar heen.”

“We maakten ons druk of de foto van Mohammed B. nou met of zonder bril moest. Zo diep zijn we al gezonken. Tv-interviewer Andries Knevel probeert een islamvoorganger dingen te laten zeggen, waarna de volgende hype ontstaat. En neem de hand die minister Verdonk niet kreeg van de imam. Dat weten we toch met z’n allen? Waarom dan die heisa? Juist daarom gaat ze toch praten?”

“Dat spasme moet Nederland snel achter zich laten. Er wordt van alles geroepen, maar het zijn hoogstens rimpelingen in de vijver. Ik doe er niet meer aan mee. Ik ben niet in de Kamer gekomen om over alles iets te moeten weten, om elke dag klaar te staan voor commentaar op dingen die nergens over gaan.”

Dus was Jan Marijnissen een opvallende afwezige in de media, de afgelopen maanden. Hij weet het. “Niet iedereen binnen de SP is daar blij mee. Ik krijg ook op m’n donder dat ik te weinig voor de camera sta. Maar ik pas ervoor, ik vertik het. Nederland heeft minder politiek nodig en meer oog voor mensen. We houden dit niet vol. We raken nog buiten adem van dit oppervlakkige gedoe. Maar het ligt niet alleen aan die politici. De media doen ook mee. Ook die hebben te weinig oog voor verdieping en analyse.”

Een licht gevoel van vervreemding jegens het wereldje van het Binnenhof draagt hij al lang mee. “Als het reces is, ja, dan ben ik weer even baas over mijn eigen brains. Maar zodra ik terugkeer in de Kamer is het weer de waan van de dag. Debatjes waar geen bal uitkomt, omdat iedereen bij zijn eigen standpunt blijft. Maar je móet er staan, anders hoort niemand je en ben je weg.”

In ’94 debuteerde de partij met twee zetels in de Kamer. Nu zijn het er acht (Ali Lazrak stapte uit de fractie). “Het gaat niet slecht met de partij. We staan nog steeds op winst. Bovendien hebben we de meeste ledenwinst van Nederland.”

Het succes van Fortuyn destijds en Wilders in de peilingen moet u toch tot nadenken stemmen?

“Dat doet me helemaal niets. Wat zie je? Van de 26 LPF-zetels zijn er nu nog acht over en in de peilingen hebben ze er nog maar twee. Wilders heeft nu sympathie, maar we moeten afwachten of hij mensen aan zich weet te binden. Het is nu eenmaal zo dat een aantal mensen bediend wil worden op zijn xenofobe attitude. Fortuyn deed dat en nu doet Wilders dat. Ik moet nog maar zien hoe ver hij komt.” “Voorlopig beschouw ik het als een oprisping, hoewel de potentiële aanhang groter is dan ten tijde van de Boerenpartij en Janmaat.”

“Het spreekwoord zegt: wat goed is komt snel. Maar over het vervolg wordt nooit iets gezegd. Een politieke partij is een levend organisme. Er kunnen veel dingen fout gaan in de opbouw van de partij. Je moet een goed team hebben. Een gemeenschappelijke ideologie ontwikkelen kost veel tijd, strategie en tactiek evenzeer. Wat dit betreft is de SP ook nog steeds een partij in opbouw.”

De politieke strategie van Ayaan Hirsi Ali vindt Marijnissen onverstandig, hoewel hij het eens is met haar streven naar emancipatie. “De fout die ze maakt is dat ze te ver voor de troepen uitholt. De consequentie van haar film ‘Submission’ is dat zelfs mensen die slachtoffer zijn in de islam in hun eerste reflex zeggen: hier wil ik niks mee te maken hebben. In de SP hebben we lang geleden al vastgesteld dat je met je eisen en strijdmethoden niet moet isoleren van de mensen die je juist wilt bereiken.”

De snel vervliegende keuzen van het electoraat zijn volgens Marijnissen bij uitstek voorbeelden van de hedendaagse zapcultuur. “Zappen wil zeggen: geen loyaliteit. Dat is hetzelfde als met jobhoppen. Mensen zijn heel egocentrisch geworden de afgelopen twintig jaar. Zonder offers geen solidariteit. Een offer breng je in het besef dat je pas over lange tijd zelf degene kunt zijn die iets nodig heeft. Die notie is verdrongen door de hedonistische cultuur.”

“Mensen moeten meer rust in de krent krijgen. We moeten af van het zappen en jobhoppen en dus ook van het hoppen tussen politieke partijen. De loyaliteit moet terug. Ik ben zelf iemand van de lange adem: lang werken en vasthouden aan je uitgangspunten. De politiek denkt zich tolk te maken van het ongenoegen in Nederland. Maar er ligt helaas geen grondige analyse aan ten grondslag.”

Pim Fortuyn noemde het de verweesde samenleving.

“Een mooie uitdrukking, alleen leg ik ’m iets anders uit. Hij had het over het ontbreken van een vader- en moederfiguur. Ik zie de overheid als een vader en de samenleving als moeder. Beiden zijn noodzakelijk om de beschaving vorm te geven. Wat Nederland ontbeert is een verhaal. In Brazilië hebben de mensen, arm en rijk, een verhaal om het land onder president Lula erbovenop te helpen. De Palestijnen en de Israëliërs hebben een verhaal, de Irakezen ook. Nederland had na de Tweede Wereldoorlog een verhaal: de wederopbouw waar iedereen z’n schouders onder zette. In de jaren zestig ging het om de democratiseringsgedachte. Hoewel die tijd niet alleen maar goede dingen heeft gebracht, vibreerde het wel in de samenleving. Daar ben ik naar op zoek.”

“Destijds zijn we doorgeschoten in het streven naar individualisme en materiële welvaart. Het was de tijd dat de VVD de verkiezingen dacht te winnen met de slogan: ‘Gewoon jezelf zijn, stem VVD’. De PvdA kwam met een leus die erop neerkwam: ‘Stem op ons, wij maken u gelukkig’. Beide kwamen neer op het totaal ontmantelen van de mens als sociaal wezen. Het resultaat is een verwende, egoïstische samenleving waar de jansaliegeest heerst.”

“Kinderen krijgen iedere dag door TMF, MTV of The Box beelden uitgestort waarin geld en seks worden verheerlijkt. Ze krijgen veel meer impulsen dan kinderen van vijftig jaar geleden. De gevolgen zijn ernaar: concentratieproblemen, elke dag moet er een thrill zijn. Zo conditioneer je die kinderen. Het wordt voorgesteld alsof je recht hebt op geluk. Maar dat is een fata morgana. Daar krijg je alleen maar gefrustreerde mensen van. Mensen die keihard werken om alle materiële welvaart binnen te halen en toch niet gelukkig zijn. Het zal sommigen verbazen, maar recht op geluk bestaat niet. Een goed gesprek met iemand in de kroeg is zinvoller dan het najagen van materiële welvaart.”

Het lijkt of u op zoek bent naar een nieuwe gemeenschappelijke vijand?

“Die hebben we al: onszelf. Dat is de wegkijkcultuur om fraude niet meer te melden, om niets te doen aan problemen in de multiculturele sfeer. Het is een cultuur die riekt naar decadentie, naar consumentisme, naar volgevreten watjes. Daarom was ik zo blij met die 300.000 mensen op het Museumplein die tegen het kabinetsbeleid protesteerden. Daar put ik hoop uit. Dat waren allemaal verantwoordelijke mensen. Dat was niet: ik heb mijn schaapjes op het droge, en verder zoeken ze het maar uit. De mensen die daar demonstreerden kunnen Nederland weer een verhaal geven.”

In de visie van het SP-kamerlid hebben mensen vijf verantwoordelijkheden. Hun eigen geluk (“Dat ís niet afhankelijk van de overheid”). De mensen met wie ze samenwonen. De mensen met wie ze werken en die ze op de vereniging ontmoeten. Stemmen bij verkiezingen. En tot slot de verantwoordelijkheid als wereldburger voor de wereld.

“Hier ligt de sleutel tot beter presteren in Nederland. Dat wij in staat zijn deze verantwoordelijkheden serieus te bespreken en cynisme achter te laten. Ik zou graag zien dat een linkse meerderheid daar vorm aan gaat geven. Links was de afgelopen jaren in het defensief. Zalm was de progressieveling. Zíjn agenda is uitgevoerd.”

Bij de volgende verkiezingen wil hij weer lijsttrekker zijn, voor de zesde keer (de eerste keer, in 1989, haalde de SP geen zetel). Hij ontkent dat hij vooral gedreven wordt door de behoefte om de strijd aan te binden met Geert Wilders. “Ik wil weer lijsttrekker worden omdat ik nog een forse agenda heb, omdat de SP blijft groeien, én omdat volgens de peilingen voor het eerst een linkse meerderheid niet illusoir is.”

Jazeker, Marijnissen is bereid om te regeren met de PvdA. Maar ziet hij de PvdA dat doen? Zullen de sociaal-democraten niet eerder voor de vertrouwde coalitie met het CDA kiezen?

“Bos durft nog geen keuze te maken. Maar ik ben ervan overtuigd dat veel PvdA-leden het willen. En ik zou ook wel eens willen zien of mijn partij het aankan, of wij die omschakeling kunnen maken.”

Maar Jan Marijnissen is ook een beetje bang voor het zwarte gat na de politiek. “Ik zie mezelf al zitten in m’n studeerkamer, uitkijkend over de achtertuin. Geen aanlokkelijk perspectief.”

Eén van zijn agendapunten is het overeind houden van de solidariteit tussen jongeren en ouderen. “Ik vind het onzin om te zeggen dat jongeren, die de premies moeten betalen, niet solidair zouden willen zijn met ouderen. Dat is retoriek, praatjes. Ik heb geen seconde in mijn leven gedacht dat ik niet voor mijn moeder zou willen zorgen, zo veel als ik kon. De ruling generation, de producerende generatie – wij dus – is verantwoordelijk voor onze kinderen én voor onze ouders. En vergeet niet dat veel ouderen vrijwilligerswerk doen.”

“Je nuttig weten in de samenleving. Sympathie ondervinden. Dat is de essentie van het leven. Misschien kan ik daarom ook goed opschieten met mensen die religieus zijn. Beter gezegd: met mensen die spiritueel zijn, die immateriële zaken belangrijker vinden dan materiële zaken. Zij hebben vaak een bredere kijk.”

Mag religie een rol spelen in het openbaar leven?

“Natuurlijk. Ik ben nog uit de tijd van de processies. Als kleine jongen wilde ik dolgraag zo’n leren tuig hebben, waarin je de vlag kon dragen. Dat was toen nog de wit-gele vlag van de paus. Die hele hoofddoekjesdiscussie is volstrekt belachelijk. Wat maakt het uit? Mijn moeder droeg altijd een hoofddoekje. Een boerka is iets anders. Daar ben ik niet voor. In onze maatschappelijke ordening is het belangrijk dat je elkaar kunt aankijken.”

“Wij hebben als SP lang voordat Bolkestein kritiek begon te leveren op de mislukte integratie, het probleem van de segregatie aangekaart. Aanpakken van dat probleem was tien jaar geleden ondenkbaar. Gelukkig begint het tij nu te keren, maar het is wel veel te laat. Migranten moeten onvoorwaardelijk kiezen voor Nederland. Ze zullen de taal moeten leren en participeren. Ze zullen moeten accepteren dat hier een dominante cultuur is waaraan ze zich zullen moeten aanpassen, willen ze hier een bestaan opbouwen. Zo simpel is het.”

Voor een progressieveling heeft u conservatieve elementen in uw opvattingen.

“Ik ben tegen nieuwlichterij. Uit bescheidenheid. Je moet niet doen of je alles meteen beter weet. Aan de andere kant moet je ook een idealist zijn. Anders heb je niks te zoeken in de politiek. Maar ik zeg wel tegen iedereen, ook tegen mezelf: als idealisme niet eerst door de zeef van het realisme gaat, is het levensgevaarlijk.”

Opties voor delen:
  • NuJIJ
  • eKudos
  • del.icio.us
  • Digg
  • Google Bookmarks
  • email

Reacties uitgeschakeld


  • In de media

  • Foto