Ik weet ’t: het is een taboe. Maar toch moeten we erover praten en iets doen. Ik heb het over het opvoeden van kinderen. Wie ik ook spreek in het onderwijs, of welke ouder ik ernaar vraag, iedereen is het met me eens dat het opvoeden van kinderen een ‘moeilijk beroep’ is. Ik hoorde jeugdarts Rensen die omschrijving deze week in een radioprogramma gebruiken.
In 1999 al kwam de SP met het Plan van de Jeugd. De achterliggende gedachte was dat er een eind moest komen aan de totale desinteresse van de politiek voor het lot van onze kinderen. Onderwijs dat niet kan leveren, het gebrek aan speelgelegenheid, het sluiten van buurthuizen, het tegenwerken van verenigingen, de gebrekkige ondersteuning bij de opvoeding, het marginaliseren van de schoolarts, armoede die kinderen hard treft.
Onze kinderen zijn letterlijk onze toekomst, en toch wordt er als zodanig hoegenaamd geen aandacht aan besteed door de politiek. Dat op VMBO-scholen 30 procent van de kinderen zonder diploma de school verlaat is een groot maatschappelijk probleem. De politiek neemt er kennis van, maar doet niks. Wat doen die kinderen als ze niet meer op school zitten en ook geen werk hebben omdat ze niks weten of kunnen? U raadt het al, velen kunnen de verlokkingen van ‘de straat’ niet weerstaan. Sommige jongeren veroorzaken (ernstige) problemen. Dat moet aangepakt worden. Maar moeten we ons niet tegelijkertijd afvragen ‘waar komt dat asociale gedrag vandaan?’
De gemeenten en de landelijke overheid moeten veel meer nadenken over de gevolgen van hun beleid voor de opvoeding van onze kinderen. Dat is ook waarom de SP al heel lang voorstander is van een ‘staatssecretaris voor de jeugd’. Eén euro uitgegeven aan het geven van een eerlijke kans voor een kind betaalt zich altijd in veelvoud terug. Of, zoals voormalig minister van Justitie Sorgdrager het zegt: ‘Elke gulden die bezuinigd wordt op welzijnsbeleid, krijg ik in tienvoud terug op míjn begroting.’
Veel ouders hebben problemen bij de opvoeding van hun kinderen. In deze ingewikkelde tijd en met zoveel dagelijkse impulsen voor kinderen is het niet raar te denken aan hulp voor de ouders bij de opvoeding. Het is raar dat je voor alle mogelijke beroepen een diploma moet hebben, terwijl we niets aan doen aan de begeleiding van mensen die ‘het moeilijkste beroep’ gaan uitoefenen. Nu leren ouders op zwangerschapscursussen puffen en zuchten, waarom niet ook een oudercursus waar ouders vertrouwd worden gemaakt worden met de ‘wetten van de opvoeding’?
Deze column verscheen september 2003 in de Tribune
Reacties uitgeschakeld