Jij hier?

vrijdag 01 augustus 2003 :: 16.30 uur

Marijnissen met de Bentley langs de jetset van Amsterdam
Quote, augustus 2003

Hij is de laatste socialist en de eerste vijand van de zakkenvullers. Maar wat wéét Jan Marijnissen eigenlijk van de wereld van het harde werken, het grote geld en het snelle spenden? Een cursus kapitalisme voor beginners. ‘In Oost-Europa hebben jullie het geprobeerd en werkte het ook niet.’

Tekst: Jort Kelder

Citaat uit ‘Eerste weg links’, het verkiezingsprogramma van de Socialistische Partij: ‘Onredelijke inkomensverschillen dienen geen doel en moeten worden tegengegaan. Schrijnende armoede en zinloze rijkdom zijn beide uitwassen van het huidige marktdenken.’ En op zijn laatste partijcongres waarschuwde Jan Marijnissen (50) voor ‘de bazen en bobo’s die schaamteloos hun zakken vullen’ en ‘de Bende van Balkenende’ waarvoor niemand veilig zal blijken. ‘Tenzij je héééél rijk bent, dan kun je opgelucht adem halen.’ ‘Gerrit Zalm,’ hield de socialistische voorman zijn linkse parochie voor, ‘ontlast de rijken en belast de armen. En zijn lijflied is al geschreven, de ouderen onder u kennen het wel: ik ben Gerrit…’
Jan Marijnissen maakte het liedje niet af, maar draaide zijn linksdraaiende cd foutloos af. Tijd voor een uitdaging aan ‘de echte oppositieleider’, zoals de media hem na het debat om de regeringsverklaring typeerden. Marijnissen stemt meteen toe. ‘Een dag leven als een miljonair, dat lijkt mij wel leuk.’ Passend vervoer is snel geregeld, want was Marijnissen niet de man die het eerste kabinet-Balkenende vanwege de dwingende aanwezigheid van Herman Heinsbroek het ‘kabinet Bentley I’ doopte? Ook de bestemming is snel gekozen: de hoofdstad, waar zelfs in tijden van recessie het nieuwe geld over straat rolt.

10.03 uur. De Bentley Arnage Red Label arriveert bij de hoofdingang van de tweede Kamer. Even zoemt het ‘Heinsbroek is terug’ door de portiersloge, maar de verbazing is groter als gevraagd wordt om de leider van de Socialistische Partij.
Speciaal voor Marijnissen hebben we een Arnage Red Label geregeld, het instappertje van Bentley dat al vanaf drie euroton de showroom uitrijdt. ‘Zullen we de stickers even hier plakken,’ zegt Marijnissen, en bevestigt op de achterportieren enige partijpropaganda. Dan stapt hij in en laat zijn kloeke schoenen wegzinken in vuistdikke Schotse schapenvachten. We zoeven naar Amsterdam. Marijnissen vertelt over zijn relatie met geld. ‘Ik verdien als Kamerlid geloof ik elfduizend euro per maand, maar stort alles in de partijkas. Die betalen mij keurig het salaris van een hoofdonderwijzer. Zo’n 3.300 netto, in guldens.’ We informeren voorzichtig of daar van te leven is. ‘Prima, ik kan alles doen en laten wat ik wil. Ik hou niet van schulden maken, behalve voor mijn huis. Daar zit een ton hypotheek van ABN Amro op. En mijn auto betaal ik zelf. Al twintig jaar koop ik steeds een iets betere. Nu is het een Peugeot 406, met notenhouten dashboard en airco. Wat is nou het verschil met deze Bentley, ik kom toch overal?’ Daar heeft de rode voorman een punt. Wat hem brengt op de zucht naar meer die de vaderlandse bedrijfselite lijkt te teisteren. ‘Veel topmannen zijn volgens mij de gevangene van hun ambitie om veel geld te verdienen. Toen ik nog lasser was repareerde ik wel eens een fiets van een buurman. Dan wilden ze betalen en vroegen wat het kostte. “Joh, laat maar zitten, ik ben onbetaalbaar.”’ Volgens Marijnissen zijn veel topmensen geobsedeerd door geld. ‘En dan vertrekken ze naar Brasschaat. Dat is het toch ergste wat er is? Wat een eenzaamheid.’ ‘De verhouding tussen loon en prestatie is zoek,’ poneert Marijnissen plechtig. ‘Michelangelo, Van Nistelrooij, Bono – dat is ondernemerschap, die hebben kwaliteit en mogen van mij verdienen wat ze willen. Maar wat heb je aan die hypocriete mensen die geen flikker presteren en er met een handdruk vandoor gaan? Dat zijn gewoon ambtenaren-zakkenvullers.’

11.15 uur. De Bentley wringt zich door de Cornelis Schuytstraat, waar de BMW’s dubbel staan en Oud-Zuid cappuccino drinkt. Headhunter Frank van der Linden wacht ons op.
‘Wat een heerlijke straat,’ verzucht Marijnissen, als hij voor brasserie De Joffers uit de limo stapt. Koffiekopjes worden neergezet, brillen opgezet. Is de revolutie soms uitgebroken? Frank van der Linden, die bekendstaat als de beste geklede headhunter van Nederland, kijkt meteen even naar het binnenwerk van Marijnissens blazer. ‘Zo-ho… een Zegna.’
‘De markt is moeizaam, maar we mogen niet klagen’, zegt Van der Linden, die partner is bij Interlace Executive Search. ‘Maar alleen de incassobureaus hebben het echt makkelijk.’ Zijn neef zou hij tippen een baan als salesmanager te zoeken. ‘Goeie salesmensen zijn schaars, die kunnen vragen wat ze willen, want er moet weer gewoon verkocht worden. Het gaat niet meer om strategische vergezichten, maar om keiharde expertise.’ Salarissen van meer dan een ton zijn dan zeker niet ongebruikelijk, weet de headhunter. ‘En als je dat dan vergelijkt met wat de overheid betaalt. Honderdtwintigduizend euro voor de minister-president. Tsja, dat moet gewoon omhoog.’ Marijnissen is niet overtuigd. ‘Maar komt er dan een betere? Het probleem is niet het geld, maar het gebrek aan leiderschap.’

11.33 uur. Een zwarte Bentley rijdt bijna over de tenen van de mensen aan de voorste tafeltjes. De man achterin zwaait minzaam naar Marijnissen. ‘Ach, Bentleys onder elkaar’, zegt de SP-baas. Harry Mens stapt uit, schuift aan en steekt van wal.
‘Jan, jij snapt toch ook dat die ministers veel te weinig verdienen? Halveer het aantal Kamerleden en verdubbel van het geld dat je bespaart de ministerssalarissen naar tweeënhalve ton.’ ‘Guldens, ja,’ plaagt Marijnissen. ‘Misschien verdienen de ministers niet te weinig, maar het bedrijfsleven wel te veel. Harry, wat is in jouw ogen eigenlijk een ondernemer?’ Mens hapert geen seconde. ‘Iemand die dag en nacht, 365 dagen per jaar met zijn zaak bezig is en risico loopt.’ ‘Nou,’ riposteert Marijnissen triomfantelijk, ‘dan ben ik een ondernemer. De meeste mensen over wie wij praten zijn loonslaven met een beschermde positie. Dat heeft niets met ondernemerschap van doen.’
Het gesprek gaat naar de volle zakken van KPN-topman Ad Scheepbouwer. ‘Niemand kan honderd keer de bodem waard zijn.’ Van der Linden verdedigt: ‘Maar Scheepbouwer zat goed bij TPG en wilde helemaal niet weg. Wat de KPN-commissarissen hem gaven is niet goed te praten.’ ‘Hij heeft het goed voor zichzelf geregeld,’ analyseert Mens. ‘En dit is niet het paradijs, Jan. In Oost-Europa hebben jullie het geprobeerd en werkte het ook niet. En die Scheepbouwer heeft de koers van KPN wel door de 6 geduwd.’ Marijnissen: ‘Ik ben niet tegen rijkdom maar tegen armoede. We moeten het wel met z’n allen doen, en dan constateer gewoon een gebrek aan beschaving bij de top.’ Het mobieltje van Mens bromt. Post van Scheepbouwer. ‘Toeval,’ grijnst Harry, ‘ik krijg een sms dat KPN 5,82 doet. Mijn dag is weer goed.’

12.10 uur. Singel 373, de dealingroom van daytradersbedrijf Marketwizards. Directeur Martijn Boon probeert de SP’er de nobele kust van het speculeren te leren.
‘Kijk, dan pakken we hier even tienduizend Unilevers op 51,25 met een spread van een kwartje.’ Marijnissen knikt begrijpend, maar is nog niet helemaal overtuigd van het nut van dit financiële spelletje. ‘Waarom kan dat niet helemaal geautomatiseerd worden?’ ‘Dat gaat niet,’ zegt Boon. ‘Ergens moeten vraag en aanbod elkaar tegenkomen. Maar het is allemaal al zoveel killer en zakelijker geworden. Vroeger stonden we in de pit op de optievloer. Dat was de jungle.’ Marijnissen wil nog steeds weten wat het nut van deze financiële goochelarij is. ‘Die tequilacrisis maakte toch veel kapot?’ Boon: ‘Misschien, maar wij voegen toch iets toe, namelijk liquiditeit in de markt. Daardoor creëer je een stabielere prijsvorming en een lagere prijs. Als daghandelaar ben je de hele dag op zoek naar de kruimels die grote partijen als Goldman Sachs en Morgan Stanley laten liggen.’ ‘Als jij nou voorkennis had gehad van Endemol en Telefonica,’ informeert Marijnissen, ‘wat had je dan gedaan?’ Drie daghandelaren reageren eensgezind: ‘Dan waren we ingestapt, tuurlijk!’ Marijnissen: ‘En dan ben je niet bang van Docters van Leeuwen?’ ‘Er is altijd voorkennis in de markt’, sust Boon. ‘Dagen voor de cijfers komen zie je altijd al beweging.’

13.15 uur. Het terras van Quartier Sud ligt vol in de zon, maar de vaste klanten van chef-kok Denise Mooy liggen zo te zien allemaal op het strand. Normaal gesproken vliegen hier de deals sneller over tafel dan de borden. Marijnissen stapt uit. Een passerende fietser sneert. ‘Hé, een SP’er in zo’n dure auto, kan dat wel?’
De lamsbout is mals en de Puligny Montrachet koel. Tegenover de leider van links zitten twee rauwe kapitalisten. Loek Leclaire (31) en Tobias Hekster (30), respectievelijk een beurshandelaar die al drie maanden ‘in between jobs’ zit en een begaafde rekenaar die voor het futures- en optiebedrijf IMC werkt. Beiden hebben economie gestudeerd en kozen voor de optiehandel. Leclaire: ‘Ik heb in de pit gestaan op Getronics, Van der Moolen en Fortis. Dat was oorlog, heerlijk. De schermenhandel is mij veel te afstandelijk.’ Hekster: ‘Ons beroep gaat op den duur verdwijnen. De spreads tussen aan- en verkoop worden steeds kleiner.’ Marijnissen: ‘Niet zoveel jargon, jongens.’ Er wordt getoost: ‘Op het kapitalisme!’ Leclaire, melancholiek. ‘Wij zijn allemaal adhd-kinderen. Ze zouden de vloer open moeten houden als sociale werkplaats.’
Zouden jullie niet de politiek in willen?’ vraagt Marijnissen. Beiden knikken instemmend. Leclaire: ‘Om de dingen naar je hand te zetten, want het gaat daar traag.’ Hekster: ‘Een beetje meer economie zou in Den Haag geen kwaad kunnen.’ Hoorden wij daar het scheenbeen van Jan Marijnissen kraken? ‘De boekhouders moeten niet aan de macht zijn,’ vindt de SP’er. ‘Het gaat om een maatschappijvisie. Wij hebben de afgelopen twintig jaar afgebroken wat we sinds de middeleeuwen hadden opgebouwd. Neem het onderwijs, dat is abominabel.’ Hekster: ‘Akkoord, de overheid levert geen goede prestatie. Maar gaan we dat bestrijden met big government of door verstandig te privatiseren? De NS is een ramp, maar vooral omdat het een geprivatiseerd monopolie is. Dat werkt niet. In Engeland hebben ze het water geprivatiseerd en in Schotland niet. Wat blijkt? Het Engelse water is beter en goedkoper.’ Marijnissen: ‘Dat kan ik nauwelijks geloven. Neem de elektriciteit. Die moeten gaan concurreren, met als gevolg dat de Flevocentrale, een van de schoonste centrales, dicht moet ten faveure van de Duitse op bruinkool gewonnen stroom.’ Hekster: ‘De medicijnen, de stroom, er is helemaal geen vrije markt. Het enige dat we aan Nuon hebben overgehouden is een veel te duur voetbalstadion (het Gelredrome, red.) en verhoogde directiesalarissen.’ ‘Precies!’’, roept Marijnissen triomfantelijk.
Leclaire kijkt de SP-leider vorsend aan. ‘Hoeveel wil jij eigenlijk nivelleren?’ Marijnissen: ‘Ik wil terug naar twintig jaar geleden met een toptarief van 72 procent bij inkomens vanaf 225 duizend euro.’ Leclaire: ‘Dat beangstigt mij. Dan krijgen we een land van middelmatigheid omdat er geen impuls meer is voor mensen die iets in hun mars hebben.’ ‘Weet je wat ik middelmaat vind,’ zegt Marijnissen, ‘Marbella!’ De serveerster brengt de rekening. ‘Praten ze hier vaak over geld,’ informeert de politicus. ‘Ongeveer de heft van de tijd, meneer Marijnissen.’ Hekster snijdt de belastingdruk aan. ‘Pak zo’n Scheepbouwer en Van der Wielen van Nutreco aan, want waar halen die kerels het gore lef vandaan. Als je die 72 procent er doorheen ramt pak je ook de goede mensen.’ Marijnissen: ‘Dit land is in verwarring. We produceren geen leiders meer. We zijn decadent. De accountants, de consultants; ze laten zich allemaal hoereren.’ Hekster: ‘Het is mis gegaan in de jaren zeventig, toen er alleen nog maar over rechten gesproken werd.’ Marijnissen heeft zijn gedachten even bij iemand anders. ‘Katja Schuurman zei tegen mij dat ze best meer wil betalen, maar dan wil ze wel een betere overheid.’ De auto glijdt weer voor. Hekster fietst weg op een rammelende mountainbike, Leclaire stapt in de Bentley. Even later constateert Jan Marijnissen. ‘Zulke jongens zou ik moeten winnen voor het project ‘Stop de uitverkoop van de beschaving’.’ Een overstap van beursbengel naar SP-lid? Nogal ambitieus. ‘Ik heb vaak over een naamwijziging nagedacht want Socialistische Partij schrikt af. Maar je kunt die toch niet zomaar weggooien?’

15.35 uur. Indachtig het SP-verkiezingsprogramma, ‘Eerste weg links’, zwenkt de 5,40 meter lange bolide na de Honthorststraat het epicentrum van het snelle geld binnen: de P.C. Hooftstraat. We sluiten aan in een kolonne Porsches, Mercedessen en SUV’s.
‘Dit is waarschijnlijk de enige file in Nederland waar men graag in staat,’ merkt Marijnissen geamuseerd op. Dan, bijdehand. ‘Maar echte Amsterdammers kopen hier toch niet? Die weten dat alles hier 200 procent duurder is.’ Vanaf het moment dat de grote rode voorman het lichte Connolly-leder verlaat en de kluisdeur van de Bentley openzwaait, draaien vele hoofden in de P.C. Hooft. Verbazing, ongeloof, onthutsing. ‘Nee toch, jij hier…,’ stoot een gesoigneerde voetganger uit, en hij loopt hoofdschuddend verder. Eerst maar eens bij de nieuwe winkel van Shoebaloo kijken. In het gifgroene schoenenpaleis wijst een strenge bediende ons op de huisregels. ‘Geen foto’s hè?’ Een setje vijftigers – hij een choker, zij een diadeem – reageert enthousiast. ‘Moedig hoor, Jan.’ Alsof hij zich als vrijwilliger voor een Himmelfahrtkommando heeft gemeld. Voor de pui van Louis Vuitton spreken twee Marokkaanse jongens hem aan. ‘Hé man, ik ken jou,’ gebaart de een. ‘Jij bent top, jij heb charisma’, valt de ander bij.’ Even is de PC een thuiswedstrijd voor de SP’er. Hij flaneert als een routinier langs brillenhandel Stoeltie (een montuurtje van schildpadhoorn à drie mille?) en modehuis Trussardi als hij halt houdt voor de ruit van Gucci. Een elegant jurkje hangt in een spectaculair decor van honderden eendeveren. ‘Ik heb mijn assistent beloofd iets leuks voor haar te kopen,’ merkt Marijnissen enthousiast op. Een blik op het prijskaartje, 2350 euro, leert meteen waarom creatief directeur Tom Ford die week het nieuws haalde. Zijn inkomen van 5,5 miljoen euro moet ergens vandaan komen. Het zal niet van Marijnissen zijn. ‘Maar die man kan wel iets,’ vergoelijkt Marijnissen genereus, en hij druipt af naar de volgende etalage.
We lopen verder, langs het terras van Maxi’s. Een derdegraads gebruinde golddigger biedt aan te poseren. Ze heet Wendy en werkt in een sportschool. ‘Kom je net uit Marbella,’ gokken we. ‘Nee hoor, dat was drie weken geleden, we komen net van het strand.’ De tussenstop bij kleermaker Oger komt in zicht, als een passerende ongeschoren dertiger in een sjofel zwart kloffie de pas inhoudt en de armen ten hemel houdt. ‘Oh nee hè, u hier?!’, klinkt het vol gespeelde verontwaardiging. ‘Zo diep zijn we dus al gevallen…’ De spinazie tussen zijn tanden is de stille getuige van een lunch bij Pasta di Mama. Hij stelt zich voor als Hans Teeuwen, cabaretier. Grappend: ‘Ik woon om de hoek, maar loop hier natuurlijk met gebogen hoofd door de straat.’ En, terwijl hij met zijn pinknagel een sliert spinazie wegpeutert. ‘Is je trouwens opgevallen hoe lelijk de vrouwen hier zijn?’

16.05 uur. Kleermaker Marc de Boer staat handenwrijvend in de deuropening van nummer 75, de flagshipstore van pakkenimperium Oger. Sale-borden hangen in de etalage, op de gevel prijkt trots ‘Since 1947’.

Marijnissen: ‘Oger, dat klinkt Frans. Jullie zitten hier al sinds 1947?’ De kleermaker lacht. ‘Nee, Oger is gewoon Hollands en 1947 verwijst naar het geboortejaar van meneer Lusink.’ Oger en zijn 109 personeelsleden kleden een keur aan BNérs, van presentator Beau van Erven Dorens tot prins Maurits, van Joop van den Ende tot wijlen Pim Fortuyn. ‘Wij proberen een stijl te zoeken die bij iemand past,’ legt De Boer uit. ‘Dat hebben we met Fortuyn ook gedaan. Soms was dat trouwens lastig, als hij z’n bui niet had, moest je niet in de buurt komen.’
Fortuyn scoorde zijn postume verkiezingszege met een dandygarderobe die de kleurendoos van een kleuter benadert. Harde krijtstrepen, felle pochets en blaffende streepjesdassen. Idee voor het SP-gezicht, die na de laatste verkiezingen bleef hangen op negen zetels? Marijnissen: ‘Die Fortuyn-look past mij niet. Krijtstrepen, niks voor mij.’ De kleermaker valt bij: ‘Krijtstrepen spatten van het scherm, maar ik weet niet of dat werkt met meneer Marijnissen.’ Hij gaat ons voor naar de zogeheten boardroom, boven de winkel. Binnengekomen in deze ruime en rijk gedecoreerde paskamer denkt de SP-leider even op Savile Row beland te zijn. ‘Ik vind dit eerder Brits dan Italiaans.’ De Boer poneert enige textiele tv-wijsheden. ‘Tony Blair en George Bush lopen altijd in een donker pak, een wit hemd en een rode das. Daarmee zeggen ze: “I am the boss”.’ Marijnissen knikt instemmend, maar wijst op zijn maagdelijke nekvel. ‘Ik ben een trendsetter door als eerste dasloos te blijven. Daarna zijn Bos, De Graaf en al die anderen het gaan doen.’
’Hollanders’, doceert de kleermaker, ‘kopen Duitse pakken. Die pakken zijn ruim gesneden, want Hollanders hebben dikke konten. Wij gebruiken een Italiaanse snit, wat wil zeggen dat we de heup camoufleren en de torso accentueren. Daar komt u veel gunstiger in uit.’ De kleermaker trekt wat pakken uit de rekken en toont een blauwe blazer met een grijze broek. Een combinatie die het midden houdt tussen een trambestuurder en een botenbezitter. ‘U bent een nuchter type, daar moet je je naar kleden. Of gewoon een grijs pak en dan spelen met de das.’ Maar hij draagt nooit dassen… ‘Weet ik, maar wissel het af. Dan is de verrassing veel groter.’
We stellen de politicus een metamorfose voor. ‘Jan, kies een leuk krijtje uit.’ Hij weigert. ‘Jongens, ik geniet hier enorm van maar daar begin ik niet aan. Wat kost zo’n pak trouwens?’ ‘Het begint rond de zeventienhonderd euro,’ zegt De Boer. Plotseling friemelt de kleermaker in de kraag van de politicus en tovert twee plastic baleinen uit zijn boord. Marijnissen is verbaasd. ‘Hé, wat doe je nou?! Wat zijn dat?’ ‘Deze vervangen we even voor twee exemplaren van zilver, da’s mooier en steviger.’

17.35 uur. De Bentley houdt halt tegenover het Amstel Hotel, het kantoor van tv-maker en miljonair Harry de Winter. Marijnissen en hij hebben een brainstormsessie met het comité ‘Stop de uitverkoop van de beschaving’.

‘Hé Harry,’ wuift Marijnissen naar De Winter, die naar buiten is gesneld en het hele tafereel op zijn camera willen vastleggen. ‘Blijf even achterin zitten, dit is compromitterend,’ grapt De Winter, die zich seconden later gebroederlijk met Marijnissen voor de grille van de Bentley laat vereeuwigen. Als de heren naar binnen lopen, bedankt Marijnissen voor het dagje kapitalisme. En, iets geleerd? ‘Volgens mij ben ik veel gelukkiger zonder geld.’

Opties voor delen:
  • NuJIJ
  • eKudos
  • del.icio.us
  • Digg
  • Google Bookmarks
  • email

Reacties uitgeschakeld


  • In de media

  • Foto