Slottoespraak op het 9de SP-Congres in Zwolle
Zwolle, 18 december 1999
Partijgenoten,
Hartelijk gefeliciteerd!!!
Hartelijk gefeliciteerd met de resultaten van dit congres!
We kunnen met recht stellen dat we nu helemaal klaar zijn voor de uitdagingen van de nieuwe tijd die aanbreekt. Op 1 mei hebben we onze organisatie aangepakt en verbeterd, en in het afgelopen half jaar hebben we onze ideologie eens duidelijk opgeschreven en vandaag officieel vastgesteld.
Tegen Wim Kok zou ik willen zeggen: Veren moet je niet afschudden, veren moet je opschudden. Een kaal geplukte kalkoen is erg gevaarlijk, zeker in deze tijd van het jaar.
De SP groeit tegen de verdrukking in. Daar waar andere partijen jaar na jaar verlies moeten melden, groeien wij elk jaar fors. Dat is goed, dat is prima. Elke zichzelf respecterende partij moet uitbreiding van zijn ledental nastreven. Zonder breedtesport geen topsport. Veel leden betekent veel kennis, veel talent, veel inzet en veel kracht. Maar snelle groei houdt ook risico’s in. Dat ook onze partij daar niet automatisch van gevrijwaard blijft, hebben ons de incidenten, de groeistuipen van het afgelopen jaar geleerd. Met de organisatorische aanpassingen en het beginselprogramma hebben we er alles aan gedaan te voorkomen dat die tomaat wel groter en groter wordt, maar smakelozer. Wij willen verse, frisse, smakelijke tomaten en geen Wasserbomben.
Wat is nu de kern van ons gedachtegoed?
Ten eerste hebben we onze drie morele uitgangspunten: menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Zij vormen voor ons het beginpunt. Want, wat het hart niet heeft, kan het verstand niet brengen. De verontwaardiging over de gemiste kansen voor mensen maakt ons boos, en die boosheid levert ons de energie om ons actief in te zetten.
Maar boosheid, hoe oprecht en authentiek ook, helpt ons niet als het erom gaat daadwerkelijk verandering tot stand te brengen. Daarvoor hebben we analyses en visie nodig, daarvoor moeten we nadenken over strategie en tactiek. Want hier geldt: wat het verstand niet heeft, kan het hart niet brengen.
Het hart en het verstand: dat is voor ons de kern van het socialisme.
In de loop van de geschiedenis van onze partij hebben we veel geleerd. Leren lopen doe je over het algemeen niet op een koordje. Wij deden dat wel, en dat was niet altijd verstandig. In onze jeugdige bravoure hebben we dingen gezegd en gedaan waar we nu niet meer achter staan. Niet zelden waren onze antwoorden al klaar, terwijl de vraag nog gesteld moest worden. De socialistische klassieken waren ons richtsnoer. Dat is al lange tijd geleden fundamenteel veranderd. De dogma’s hebben we uit het raam gegooid, en we zeggen nu niet meer dan we echt waar kunnen maken. En dat is heel verstandig.
We hebben het primaat van de theorie ingeruild voor het primaat van de praktijk. Dat wil zeggen: Onze ideologie is niet meer gebaseerd op niet nader omschreven en onbewezen uitgangspunten en veronderstellingen, maar is een stelsel van ideeën dat we zelf hebben ontwikkeld op basis van de kennis die we hebben vergaard over de samenleving, hier en nu, maar ook elders en in het verleden. Onderzoek en studie, en de concrete analyse van de concrete situatie hebben ons geholpen niet het spoor van de strijd voor rechtvaardigheid kwijt te raken.
We zijn daardoor ook iets bescheidener geworden. Niet als het gaat om onze keiharde en fundamentele kritiek op het kapitalisme, niet als het gaat om de strijd voor gelijkwaardigheid en solidariteit, niet als het gaat om onze inzet, maar wel als het gaat om de uitwerking van de schets van ons ideaal. En ook dat is heel verstandig.
Want ook wij kunnen de loop van de geschiedenis niet voorspellen. Bovendien zijn wij niet de enige die zullen bepalen hoe het alternatief voor de huidige wereldorde eruit zal zien. Maar er is meer. Het idee van een blauwdruk voor het socialisme heeft in de wereld vaak geleid tot dogmatisme, en dogmatisme heeft vrijwel altijd geleid tot het geloof in absolute waarheden. Een geloof dat geen ruimte liet voor kritiek, voor andersdenkenden. Een geloof dat de creativiteit doodde en het initiatief bij mensen wegnam. Een geloof dat uiteindelijk ook tot weerzinwekkende uitwassen en vele wandaden heeft geleid.
Het is goed dat wij met het aannemen van Heel de Mens duidelijk maken dat wij ons niet baseren op een geloof, maar op een nuchtere analyse van het bestaande systeem aan de hand van duidelijke criteria. Wij leggen de ideologische lat niet zo hoog, dat we er wel onderdoor moeten springen.
Heel de Mens. Graag wil ik even stil staan bij de titel van ons beginselprogramma. De titel maakt duidelijk dat het voor ons de mens is die het beginpunt vormt, het eindpunt en alles daartussen. Systemen en overheden; de politiek en de economie zijn er voor de mensen en nÌet andersom. De mens is ook meer dan alleen maar een productie- en consumptiefactor. De hele mens wil alles onderzoeken, wil alles weten, en wil alles zijn.
Men wil ons doen geloven dat werken, werken, werken het hoogste goed is. Zo kon de 24-uurs economie voet aan de grond krijgen.
Men wil ons doen geloven dat het menselijk geluk rechtevenredig is met zijn consumptiepatroon. Onzin.
Men maakt ons wijs dat de problemen in de zorg en het onderwijs niet opgelost kunnen worden, omdat het geld er niet voor is. Nog grotere onzin. Van de week konden we nog horen dat in dit land de Zalm niet in water maar in geld zwemt.
Het hedonisme predikt ons ‘alles voor vandaag en vandaag voor alles’. Als de holbewoners ook zo hadden gedacht, dan zaten wij hier nu nog in dierenhuiden. De mens kan grote dingen voortbrengen, zelfs een betere en een beschaafdere wereld, maar dat gaat niet vanzelf. Daar is strijd voor nodig. Wie ellende en achterstelling ziet kan drie dingen doen: wegrennen, toekijken of zich inzetten. Wij hebben gekozen, en wel voor inzet, voor engagement, voor betrokkenheid.
Socialisme betekent voor ons dat de mens de maat is van alle dingen, en dus maatgevend hoort te zijn voor de inrichting van de samenleving. Op school, in de fabriek; in het verzorgingshuis en in het verkeer; maar ook in zijn relatie met de natuur en het milieu.
De mens is een sociaal wezen.
Socialisme betekent voor ons het besef dat omstandigheden erg veel invloed hebben op mensen. De Portugese Nobelprijswinnaar Saramago zegt het zo: “Als de omstandigheden de mens maken, laten we de omstandigheden dan menselijk maken.”
Daarvoor is nodig dat de politiek de baas wordt over de economie in plaats van de economie over de politiek en de democratie.
Socialisme betekent voor ons het besef dat alles met elkaar samenhangt en we onmogelijk tot een wijze politiek kunnen komen als we die samenhang ontkennen en als een kip zonder kop dingen zeggen en doen. Ik kan daar veel voorbeelden van geven, maar ik wil me beperken tot één. Een zeer schrijnend voorbeeld.
Tijdens ons laatste congres op 1 mei was de NAVO bezig met een bommencampagne boven Servië en Kosovo. De geloofwaardigheid van het bondgenootschap stond immers op het spel. Men had met bommen gedreigd, en moest uiteindelijk wel de daad bij het woord voegen. Momenteel ben ik samen met Karel Glastra van Loon bezig aan een boek over Kosovo en de nieuwe wereldorde. Voor het boek spreken wij met gezaghebbende mensen in binnen- en buitenland over wat daar is gebeurd en wat er geleerd kan worden. Ik kan jullie nu al verklappen dat de lezer zal zien hoe onverantwoord de internationale gemeenschap vanaf het allereerste begin is omgegaan met de problemen op de Balkan. Door uitvergrotingen en propaganda waarin men uiteindelijk zelf ging geloven, heeft men de samenhang in tijd en plaats uit het oog verloren en heeft men de schade aangericht die men zei te willen voorkomen.
Tot slot betekent socialisme voor ons de zekerheid dat er een alternatief bestaat voor het kapitalisme dat wereldwijd voor zoveel onrecht en ellende zorgt. We hebben daar drie argumenten voor.
Het eerste argument is het historische argument. De geschiedenis laat vele verschillende stelsels zien; het kapitalisme zag pas het leven in het midden van de vorige eeuw. Wat kwam, zal ook weer gaan.
Het tweede argument is het analytische argument. Het systeem bijt zichzelf steeds vaker in de staart door crises, gebrekkige ontwikkeling en vraag en daaraan gekoppeld overproductie. Bovendien is er het onvermogen mondiale problemen (zoals het milieuvraagstuk) effectief aan te pakken.
Het derde argument is het morele argument. Hoewel de wereld rijker is dan ooit, is de verdeling van die rijkdom ook oneerlijker dan ooit. Voor een miljard mensen is er geen menswaardig bestaan weggelegd. Het verschil tussen wat is en wat zou kunnen zijn wordt zo groot dat het vroeg of laat wel moet leiden tot een fundamentele wijziging van de machtsverhoudingen.
Vandaag hebben we onze beginselen, onze meetlat geijkt, de lat waarlangs wij de ontwikkelingen in de samenleving meten en aan de hand waarvan wij onze alternatieven voor Brutopia formuleren. Ik ben ervan overtuigd dat het zowel intern als extern een belangrijk middel voor onze politiek zal blijken. We weten waar we elkaar aan te houden hebben en de buitenwereld weet ook waaraan men ons mag houden. Met Heel de Mens geven we ons bloot, zo bloot als maar kan. We hebben geen verborgen agenda, geen geheime plannen, geen achterkamertjespolitiek. Heel de Mens zegt waar we staan, wie we zijn, wat we willen en hoe we het willen. We zijn overtuigd van onszelf en daarom kunnen we onze kaarten open op tafel leggen.
Kom op, zou ik tegen onze politieke concurrenten willen zeggen. Leggen jullie nu ook je kaarten op tafel, dan kunnen we zien wat ons bindt en wat ons scheidt. Dat is voor de kiezers in de komende jaren van groot belang. Want iets roepen of suggereren in verkiezingstijd is één, maar iets volhouden en uitwerken en vasthouden is iets anders!
Discussiëren over de beginselen, de wezenlijke uitgangspunten van politieke partijen, is iets waar ik erg op hoop in de komende tijd. We moeten weg van de waan van de dag waarbij iedereen iedereen nakakelt zonder te beseffen waar het nu eigenlijk over gaat.
Ik moet erkennen dat het ernaar uit ziet dat Paars de eindstreep van deze eeuw haalt. Met al die brekebenen in het kabinet struikelt de regering weliswaar voortdurend maar vallen deed het slechts een keer. En toen was ze vliegensvlug weer op de been, overeind geholpen door Thom de Graaf van D66. Dat de partij mede daardoor in de peilingen steeds verder wegzakt schijnt de erfgenamen van Van Mierlo niet te deren. Je kunt zelfopoffering ook overdrijven.
Wim Kok staat nu in verschillende functies tien jaar lang aan het roer van de staat der Nederlanden. Daarmee kan ik hem feliciteren. Maar of ik het Nederlandse volk ermee kan feliciteren? Ik denk het niet. Ik denk dat in de grond van hun hart veel inwoners van dit land niet begrijpen hoe een voormalig vakbondsman kon worden tot de vlag op een neoliberale schuit. Bolkestein zit weliswaar in Brussel maar zijn geest waart nog altijd rond op het Binnenhof . Het spook logeert in het Torentje.
En dat terwijl in de Kamer links en rechts precies in evenwicht zijn. PvdA en D66 blijven consequent naar rechts kijken in plaats van naar links. GroenLinks staat aanzienlijk dichter bij ons, maar droomt van een plek in een Paars-plus of centrumlinks kabinet. Let wel: ik zal regeringsdeelname van GroenLinks toejuichen. Ik zie liever Rosenmöller dan Jorritsma in het kabinet. Maar juist als die ontwikkeling zich in de nabije toekomst mocht voordoen is er extra reden voor een versterking van de SP. Wij zijn dan de linkse oppositie, die niet alleen de PvdA en D66 maar ook GroenLinks in de gaten moet houden.
Van de week hoorde ik Rosenmöller zeggen dat hij zijn boompje in het Bulderbos wel aan minister Netelenbos wilde geven en dat er over groei van het luchtverkeer op Schiphol met hem te praten was. Ik wist niet wat ik hoorde. Net als toen GroenLinks besloot de bombardementen op Servië en Kosovo te steunen en liet weten voortaan vóór de NAVO te zijn. De lokroep van de sirenen van de macht is voor sommigen blijkbaar onweerstaanbaar. Odysseus was zo slim zich te laten vastbinden. Rosenmöller gaat gewoon door met voetjevrijen met CDA, VVD en PvdA. En ik heb me laten vertellen dat hij zijn schoenen en sokken al uit heeft.
Op het vorige congres op 1 mei heb ik aangekondigd dat we zouden gaan werken aan een Plan van de Jeugd. Dat Plan is inmiddels gepresenteerd en wijd verspreid. Volgend jaar zal de Alles Kids-campagne van start gaan. Ter gelegenheid daarvan hebben we het NIPO gevraagd een onderzoek te doen naar hoe ouderen en jongeren denken over de perspectieven voor kinderen in de toekomst. Hier de resultaten:
73 procent zegt dat het aantal kinderen en jongeren met maatschappelijke problemen zal toenemen. Nu is dat al 20 procent van de kinderen. Zij hebben professionele hulp nodig. De algemene verwachting is dus dat dat percentage verder zal oplopen.
Twee-derde van de mensen denkt dat alcohol, drugs, criminaliteit, agressie en geweld voor grote problemen gaan zorgen. De laatste jaren is er groeiende aandacht voor deze zaken, maar naar onze mening wordt er te weinig aandacht besteed aan de oorzaken van de problemen.
82 procent denkt dat meer en meer kinderen zullen opgroeien in een onveilige omgeving. Desintegratie, onthechting, vervreemding, gebrek aan aandacht en perspectief leidt tot meer agressie; sociaal-economische veiligheidsverschillen.
Meer dan de helft van de mensen denkt dat meer jongeren zullen opgroeien in probleemgezinnen. Met andere woorden er komen meer gezinnen in de problemen, en kinderen worden daar het slachtoffer van; de oorzaken zijn tweeerlei, armoede, maar er is ook een cultureel aspect – sociale verbanden vallen uiteen als gevolg van de doorgeschoten individualisering.
Drie-kwart van de ondervraagden denkt dat kinderen op steeds jeugdiger leeftijd als volwassenen zullen worden behandeld. Weer zo’n typisch voorbeeld van de culturele veranderingen in de laatste decennia. Kinderen moeten tegenwoordig harder leren en studeren als ooit, vaak ook nog met een baantje erbij; kinderen wordt steeds minder tijd gegund kind te zijn. Ons land is veroordeeld door de VN vanwege haar lakse beleid aangaande kinderen, en vanwege het feit dat in Nederland 17-jarigen worden geworven voor de krijgsmacht.
Eveneens drie van de vier mensen is van mening dat het inkomen van de ouders steeds belangrijker wordt voor de kansen van kinderen. Allerlei andere, meer culturele zaken zijn misschien moeilijker te veranderen – maar dit is niet hopeloos; hier kunnen we echt iets aan doen!
Deze naar mijn mening schrikbarende resultaten laten nog eens duidelijk zien hoe noodzakelijk het is dat wij investeren in de toekomst door kinderen een eerlijke kans te geven. De heersende, liberale gedachte zegt dat mensen meer eigen verantwoordelijkheid moeten dragen. Dat zal allemaal best, maar dat kun je pas eisen wanneer je kinderen – die geen enkele invloed op hun omstandigheden kunnen uitoefenen – een eerlijke en gelijke kans geeft.
Het Plan van de Jeugd dat wij hebben gepresenteerd beoogt dat. Wij stellen onder andere voor:
Er moet een staatssecretaris voor Jeugdzaken komen die toeziet op de gevolgen voor kinderen van het gevoerde beleid in al zijn facetten.
De armoede moet worden aangepakt. 500.000 kinderen groeien op met gebrekkige kansen omdat de ouders te weinig geld hebben. Zij lopen onherstelbare schade op als het gaat om ontwikkeling en onderwijs. Juist deze week werd bekend dat het CBS heeft vastgesteld dat, ondanks de stijgende welvaart en het dalend aantal werklozen, de armoede niet afneemt: dertig procent van de huishoudens lijdt armoede.
De kinderbijslag moet inkomensafhankelijk worden.
Er moeten in alle wijken en dorpen bureaus komen die – indien gewenst – ouders hulp kunnen geven bij de opvoeding en de schoolkeuze.
Er moet een einde gemaakt worden aan de tweedeling als het gaat om de toegang tot goed onderwijs
Het onderwijs moet meer worden dan alleen een beroepsopleiding. Het moet kinderen opleiden tot onafhankelijke, kritische burgers met oog voor de ander en de samenleving als geheel.
Met dit Plan van de Jeugd – dat veel meer voorstellen bevat dan ik hier kan opsommen – gaan wij het komend jaar de boer op. In de Tweede Kamer, maar ook in de steden en dorpen. Samen met ouders en jongeren willen we een beweging op gang brengen die de kinderen geeft waar ze recht op hebben: een eerlijke kans. Over tien jaar moeten we kunnen zeggen: Hier is alles Kits met alle Kids!
Toen deze eeuw begon kende Nederland al een socialistische partij die binnen en buiten het parlement actief was: de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij van Troelstra. Het was een kleine partij, zes jaar eerder hier in Zwolle opgericht. Zij vroegen zich af of het brute en brutale kapitalisme dat in die periode land- en fabrieksarbeiders een hard en kort leven bezorgde, onvermijdelijk was.
Met 3200 leden en drie mensen in een uiterst vijandige en door liberalen gedomineerde Tweede Kamer durfden zij de uitdaging aan. Honderd jaar later is dat nog steeds iets om, als mede-erfgenaam, bijzonder trots op te zijn. De socialisten van 1900 vroegen niet of het anders kon, ze zeiden dat het anders moest. Want het reëel bestaande kapitalisme inspireerde hen en zette hen aan tot actie.
Wie een eeuw later rondom zich heen kijkt en ziet hoe zelfs in het rijkste deel van de wereld het kapitalisme niet in staat is de welvaart en het welzijn een beetje eerlijk te verdelen, wie ziet hoe sociale tweedeling in het laatste kwart van deze eeuw toeneemt in plaats van afneemt, die moet constateren dat alle liberale rimram over de vrije markt ten spijt, het kapitalisme voor zeer velen vooral onvrijheid produceert. Mensen zitten gevangen in hun rollen, als productiemiddel, als consument, als najager van geldelijk gewin, als alleen-staande burger in een wereld die blijkbaar steeds meer uit individuen en steeds minder uit sociale verbanden bestaat. Wie rondkijkt hoort en ruikt de oprukkende jungle waarin het recht van de sterkste heerst.
Ik ben ervan overtuigd dat als de socialisten die een eeuw geleden hier bijeen waren vandaag hier bij ons aanwezig konden zijn, ze zouden zeggen: Wat is dat voor een wereld, wie is daarvoor verantwoordelijk? En wat gaan we daar aan doen? En dan zouden wij tegen Pieter Jelles Troelstra, Henriëtte Roland Holst, Herman Gorter en David Wijnkoop zeggen: Lees dit eens, Heel de Mens. Kijk hier eens rond, in de Socialistische Partij. Onderzoek hoe wij theorie en praktijk van het socialisme aan elkaar proberen te koppelen. En als jullie dat gedaan hebben, ga dan naar die mevrouw daar, Marga van Broekhoven, en schrijf je in als lid van de Socialistische Partij van de 21ste eeuw.
Maar hou rekening met de inflatie: de minimumcontributie. Die is nu geen dertig cent, maar dertig gulden!
Toen ik gisteren mijn dochter Lilian vroeg: “Wat zal ik morgen zeggen?”, zei ze: “Als je het maar niet gaat hebben over het millennium, en ook geen terugblikken – dat doet iedereen al.”
Nou, ik heb me eraan gehouden. Maar aan het slot van mijn verhaal wil ik jullie wel allemaal een gelukkig en strijdbaar 2000 toewensen.
En vergeet niet:
Je hart zit links,
Je hart is vrij;
Durf het te volgen!
Reacties uitgeschakeld