Pleisters op de monden

woensdag 01 december 1999 :: 12.22 uur

Zaterdagmorgen 10.00 uur. In de studio van Business News Radio word ik door drie journalisten over van alles ondervraagd.
“Wat vind u van Oranje? Wat vind u van de bondscoach?” vraagt een van de interviewers op een gegeven moment.
“Nou, ik vind de resultaten en vooral ook het getoonde spel niet best. Frank Rijkaard is een beste jongen, een goede voetballer ook, maar als coach zie ik hem niet zo zitten.” “We moeten Johan Cruyff vragen. Laten we daar handtekeningen voor gaan ophalen,” zeg ik een beetje gekscherend.

Even later staat het op het ANP-net en is het op het radionieuws. De maandag erop staat het ook in de krant te lezen. Ik heb blijkbaar iets bijzonders gezegd. Velen blijken het met me eens te zijn, maar al snel krijgt de keten van reacties een andere wending en gaat het meer en meer over de vraag: Mag een politicus zich wel met dit soort zaken bezighouden, mag hij daar publieke uitspraken over doen? Met name politici van VVD, CDA en PvdA schijnen zich nogal aan mijn uitspraken te hebben gestoord.

Desgevraagd laten zij weten ook wel een mening over de resultaten van Rijkaard te hebben, maar dat zouden zij nóóit in het openbaar zeggen. “Marijnissen moet zich meer bewust zijn van zijn positie.” Maar hoezo nou? Ik heb geen vervelende Kamervragen gesteld en ook geen debat aangevraagd. Want natuurlijk moet de politiek zich niet met het coaching-beleid van de KNVB bemoeien. Maar betekent dat, dat ik – als voetballiefhebber en een van de vijftien miljoen bondscoaches in ons land – niets mag zeggen over het vertoonde spel en de prestaties van Rijkaard? Wat is dat voor onzin? Pleisters horen op wonden, niet op monden.

Deze column verscheen december 1999 in de Tribune

Opties voor delen:
  • NuJIJ
  • eKudos
  • del.icio.us
  • Digg
  • Google Bookmarks
  • email

Reacties uitgeschakeld