Slottoespraak op het SP-congres van januari 1998 in Bussum
Bussum, 24 januari 1998
Partijgenoten, vrienden, geachte aanwezigen,
Vorige week om deze tijd zei Wim Kok op zijn congres: “Het moet maar eens afgelopen zijn met die stoorzenders, die zeggen dat Nederland wel rijker is geworden maar niet socialer.” Hoezo afgelopen met die stoorzender? Onze stoorzender mag zich juist verheugen in een groeiende populariteit. Al drie jaar op rij zijn we de snelst groeiende partij van het land. Vrienden, inmiddels hebben we de grens van 22.500 leden gepasseerd, meer dan GroenLinks en D66 bij elkaar. Maurice de Hond en het NIPO peilen week na week een verdrievoudiging van de sympathie voor onze partij onder de mensen. Het gaat goed met Radio Tomaat, de stoorzender van de SP. Ik denk dat we het woord “stoorzender” moeten claimen als een soort geuzennaam.
Wij willen toch ook het feestje van Paars verstoren, daarom zijn we toch ook weggebleven bij de troonrede.
We vinden toch ook dat het geen pas heeft om een feestje te bouwen rond de mooie macro-economische cijfers, als je weet dat een miljoen huishoudens daarvoor met hun armoede hebben moeten betalen.
We vinden toch ook dat de neoliberale opmars verstoord moeten worden, omdat er verzet geboden moet worden tegen de groeiende tweedeling in de samenleving!
We vinden toch dat de paarse zelfgenoegzaamheid aan de kaak gesteld moet worden, omdat deze politici de sorry-democratie hebben geïntroduceerd.
We vinden toch dat er – in tegenstelling tot de wens van Wim Kok – in de verkiezingsstrijd juist wél gesproken moet worden over de EMU en EURO.
Nog maar twee jaar geleden besloot een interne werkgroep binnen de PvdA om koste wat het kost géén aandacht te besteden aan de SP als politiek verschijnsel. Voor de PvdA zou er in het politieke midden meer te halen zijn voor de partij dan op de linkerflank. Maar onze aanhang groeit zó hard, dat er inmiddels brandalarm gegeven is binnen de PvdA. De voormalige socialisten Kok en Adelmund lieten vorige week tijdens het PvdA-congres blijken hun strategie gewijzigd te hebben. Met zeven zetels voor de SP in de peilingen kunnen ze niet meer om ons heen. Negeren is nu vervangen door schamperheid. De vraag is of het ze zal helpen. Ik denk het niet.
Wim Kok mag dan goed scoren bij de ondernemers van dit land – voor het derde achtereenvolgende jaar is hij door hen gekozen tot de beste politicus – stemmen doen ze toch echt niet op hem. En de mensen waar de PvdA het echt van moet hebben, zijn aanzienlijk minder enthousiast over de PvdA dan de ondernemers over Kok. Een onderzoek van Netwerk liet zien dat de helft van de PvdA-aanhang de partij niet sociaal genoeg vindt. Twee van de drie mensen vond de partij onder Joop den Uyl socialer dan nu. Maar ja, Joop den Uyl kreeg vlak voor de val van zijn kabinet dan ook een dreigbrief van de verenigde ondernemers, waarin zij dreigden Nederland de rug toe te keren wanneer er niet meer rekening zou worden gehouden met hun belangen.
Het probleem van de PvdA is structureel: de partij maakt geen analyses meer, en heeft ook geen lange-termijnvisie meer. Kok heeft zijn socialistische veren afgeschud.
De PvdA heeft zich vervreemd van de mensen die die partij groot gemaakt hebben en
Tot slot – het moet gezegd – de partij heeft geen moed meer, geen moed om zelf dingen aan te zwengelen en geen moed om rechtovereind te blijven in de strijd met de liberalen van de VVD.
Partijgenoten, vrienden,
Ik zei het al: we groeien spectaculair. Sinds de verkiezingen van 1994 hebben we netto ruim 8000 nieuwe leden mogen begroeten. Onder wie onlangs nog het voormalige PvdA-kamerlid Frans Moor, die vandaag ook in ons midden is. En hij is niet de enige die de overstap maakte. Ruim 4000 van onze nieuwe leden zijn afkomstig van de aanhang van de PvdA, ruim 2000 van Groenlinks en ruim 1000 van D66. We groeien als kool.
Op dit moment zijn de geleerden op zoek naar de verklaring voor onze inderdaad opmerkelijke groei in kiezers-aanhang. Ik ben benieuwd wat er allemaal uit zal komen. Wat bijvoorbeeld de invloed van mijn haardos of Remi’s lichaamslengte zal blijken te zijn. Ikzelf heb het net voor het eindexamen van de HBS moeten laten afweten, maar ik kan de geleerden nu al zeggen waar het volgens mij in zit: wij doen wat we zeggen en we zeggen wat we doen – en dat wordt door een heleboel mensen op prijs gesteld. En daarom zeggen nu meer mensen dan ooit dat ze erover denken dit keer SP te gaan stemmen. En dat is heel verstandig van die mensen.
De SP staat voor analyse, betrokkenheid, compassie en duidelijkheid, ook als er impopulaire of moeilijke dingen gezegd moeten worden. Duidelijkheid die kiezers bij andere partijen niet meer vinden. Dat is ook een van de belangrijkste oorzaken voor de groeiende kloof tussen kiezers en politiek. Het neoliberale gedachtengoed heeft in meerdere of mindere mate bezit heeft genomen van alle politieke partijen in dit land, met uitzondering van één. Het was Bolkestein die dat een paar jaar geleden als eerste buiten de SP constateerde. Hij zei in Elsevier: “Iedereen in Den Haag denkt tegenwoordig liberaal, behalve de SP!” De SP is de enige partij die nog een eigen geluid laat horen, dat wars is van het neoliberalisme. Ik spreek hem op dat punt niet tegen en merkwaardig genoeg spreekt niemand in Den Haag hem op dat punt tegen!
Het is vertederend te zien hoe – nu de verkiezingen naderen – alle partijen in de Kamer zich plotseling bezorgd tonen over het liberalisme, de nadelen van de marktwerking en de tweedeling die dat tot gevolg heeft. Ze denken dat ze de mensen voor zich kunnen winnen door een ander masker voor het gezicht te houden. Een hopeloze strategie: Mensen houden niet van slappe knieën en bovendien, waarom zouden mensen kiezen voor een kopie als het origineel zo actief en levenslustig is als wij zijn.
De SP is de enige partij die consequent en compromisloos staat voor menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid van alle mensen en solidariteit. Een snel groeiende groep mensen blijkt daar waardering voor te hebben. Vaak niet eens omdat ze zélf slachtoffer zijn van het paarse tweedelingsbeleid, maar omdat ze niet in een samenleving willen leven die in alles steeds meer op Amerika gaat lijken. Steeds meer mensen in dit land vinden het een onverteerbare zaak dat we aan de ene kant met z’n allen steeds rijker worden, maar dat we aan de andere kant zien dat het met steeds meer mensen slecht gaat, terwijl een aantal grote maatschappelijke problemen maar niet worden opgelost: De wachtlijsten voor specialistische hulp en thuiszorg, de te grote klassen in het basisonderwijs, de deplorabele toestand van het openbaar vervoer, de milieuvervuiling.
Het neoliberalisme dat Nederland en de rest van Europa in zijn greep lijkt te hebben, leidt tot Amerikaanse toestanden aan de Rijn. Kenmerkend voor dat denken is, dat men meer wil overlaten aan de markt waar – zoals wij allen weten – de wet van vraag en aanbod alles bepaalt. Ik ben de laatste jaren vaak in de VS en Engeland geweest. Wat ik daar heb gezien en gehoord, heeft mij gesterkt in mijn opvatting dat we die kant zeker níet uit moeten. De Angelsaksische aanpak leidt tot een vergroting van de tweedeling, zowel op het punt van inkomen en vermogen, als op het punt van toegang tot gezondheidszorg en onderwijs. En ook op punten van veiligheid en het recht zien we steeds meer tweedeling ontstaan.
Beschaving moeten wij niet afmeten aan de rijkdom van een land, maar aan de wijze waarop met die rijkdom wordt omgegaan. Wel, als we het zo bekijken, kan ons land geen beschaafd land genoemd worden. Want tegenover de geschetste problemen zien we de exhibitionistische verrijking van een losgeslagen bovenlaag via illegale en gelegaliseerde pyramidespelletjes op de Amsterdamse effectenbeurs.
Van huis heb ik altijd geleerd dat je met werken de kost moet verdienen. Leek me ook logisch. “Of dacht je soms dat je slapend je geld kon verdienen?” zei mijn moeder altijd, als ik eigenlijk niet veel zin had om weer bij Zwanenberg op die ene tegel te gaan staan om worsten op te hangen. Of geen zin had om in een tochtige hal midden in de winter zonder verwarming in de slag te gaan met al dat ijskoude staal.
Slapend rijk worden – dat is er niet bij, dacht ik.
En dat was ook zo! Toen.
Maar nú is alles anders.
Vorig jaar is er op en rond de Beurs met speculeren en dus vooral met niks-doen voor het eerst méér verdiend dan alle mensen met werken, hard werken vaak, tezamen verdienden.
Het aantal miljonairs in ons land stijgt explosief. We zitten nu al rond de 150.000. Dat is heel Bussum en Hilversum bij elkaar.
Afgelopen zondag was ik bij Buitenhof (Ja, ik wás er, dus ik tel méé, in de logica van Paul Rosenmöller). Mij werd gevraagd welke post ik in een toekomstig kabinet zou ambiëren. Je moet er maar op komen. Bescheiden als altijd zei ik toen: minister-president.
Maar minister van Financiën zou mij ook alleraardigst lijken. Mijn eerste opdracht aan mijn ambtenaren zou zijn: lever mij alles wat ik moet doen om zo snel mogelijk een nieuwe belasting in het leven te roepen: een belasting op alle transacties met valuta en aandelen. Momenteel flitst er elke dag voor zo’n 1200 miljard gulden over de beeldschermen van de speculanten over de hele wereld. Vrachten met geld worden daarmee verdiend. Nou ja, verdiend… Niet verdiend, maar gepakt.
Zo’n belasting, zelfs als die zou bestaan uit alleen een percentage áchter de komma zou de overheid miljarden opleveren. Miljarden die nu terechtkomen bij mensen en bedrijven die van gekkigheid vaak niet weten wat ze met al die onbelaste superwinsten moeten doen.
Miljarden waarmee de problemen in de zorg en het onderwijs en de volkshuisvesting opgelost zouden kunnen worden.
Miljarden die aan de samenleving toebehoren, want ze worden wel eerst ergens verdiend.
Want ook al kijken we elke avond naar het wonder van de AEX-index en Nikkei en Dow Jones: het is niet waar, beste mensen. Geld jongt niet. Voor geld moet je per saldo werken. Als de één slapend rijk wordt zit de ander in de kou! Stuitende rijkdom roept working poor op. Nu óók in Nederland.
Ja, hoor ik Willem Vermeend of Gerrit Zalm al zeggen: “Maar zo’n flits-belasting, da’s makkelijker gezegd dan gedaan.” Geloof ik wel, maar jullie worden heel goed betaald om dát probleem eens op te lossen. Waarom kunnen effectenhuizen en banken door middel van een provisie wel meeprofiteren en zou de gemeenschap dat door middel van een transactie-tax niet kunnen? Bovendien: als je in Nederland wél 35 gulden BTW kunt heffen op iets noodzakelijks als een bril van 200 gulden, dan moet het ook mogelijk te zijn om pakweg één procent belasting te heffen op bedragen die zó groot zijn, dat je ze niet eens met twee gezonde ogen goed kunt zien!
De SP wordt door zijn tegenstanders nog wel eens verweten geen ideeën te hebben of voorstellen hoe het anders en beter zou kunnen. Nou hier heb je een! Gewoon net als Robin Hood, het geld halen waar het zit en geven aan de mensen en de voorzieningen die we nodig hebben. Trouwens, hoezo geen ideeën? Vier jaar lang heeft de fractie in de Tweede kamer voorstellen gedaan om de sociale zekerheid te verbeteren. We waren de eerste die groeiende armoede aan de orde stelden en er de oplossing bij gaven. Maar ik weet nog dat, toen ik als eerste reeds in 1994 een algemene verhoging van het sociaal minimum voorstelde, ik slechts hoon van de andere kamerleden oogstte. Inmiddels hebben veel gemeenten, de VNG, de directeuren van de Sociale Diensten, de vakbonden en vele anderen zich achter onze eis geschaard. We hebben als eerste voorstellen gedaan om de voorrangszorg aan te pakken. We hebben laten zien hoe je voorkomt dat er een tweedeling ontstaat op het punt van de toegang tot goede zorg, huisvesting, onderwijs, en het recht. Men wilde er niet op ingaan, dat was het probleem, niet dat de SP geen ideeën zou hebben over hoe het anders, beter zou kunnen. Steeds werden we geconfronteerd met de afspraken in het regeerakkoord en coalitiepartijen die dat stukje papier belangrijker vonden dan het oplossen van de problemen in de samenleving.
Het marktfundamentalisme van paars in combinatie met de budgettaire anorexia voor de overheid is de oorzaak van vele problemen. Maar beide behoren tot het credo van de paarse partijen en – zij het in iets mindere mate – het CDA.
Wat je ook nog wel eens hoort is het verwijt als zouden wij de VVD – onze belangrijkste politieke tegenstander – te veel sparen en alleen de PvdA op de hak nemen. Dat is een misverstand. Mag ik erop wijzen dat ik vorig jaar bijna mijn hele zomervakantie heb opgeofferd om een boek te schrijven, dat juist helemaal gaat over de VVD en hun pleidooi voor een neoliberale aanpak? In dat boek heb ik geprobeerd een samenhangende kritiek te schrijven op die aanpak en op de apostel van het marktdenken in de Nederlandse politiek, Frits Bolkestein, ook wel een de Greet Hofmans van Paars genoemd.
De VVD, dat wonderlijke fenomeen, viert wat verderop in Krasnapolsky nu haar 50-jarig bestaan. Daar wil ik de VVD en Bolkestein mee feliciteren. Ik stel voor dat we hem nu meteen een telegram sturen met de wens dat de VVD over tien jaar maar even groot mag worden als de SP nu. En omgekeerd natuurlijk.
We hoeven niet blij te zijn dat juist deze man in staat blijkt, zijn wil aan de meerderheid van de Nederlandse politiek op te leggen. Want Bolkestein is de man die vol bewondering spreekt over de Amerikaanse dynamiek – en bereid is om de daar noodzakelijk mee verbonden Amerikaanse toestanden op de koop toe te nemen. Hier en nú en in de toekomst.
Ik zou hem willen vragen: Beste Frits, als je uitverteld bent over het onverwerkte verleden van anderen, wil je ons dan eens vertellen hoe het zit met het onverwerkte héden van jouzelf?
Leg eens uit, waarom de miljonair van jou zich stuitend mag verrijken en de bijstandsmoeder moet gaan werken ook al heeft ze jonge kinderen thuis?
Leg eens uit, waarom de één zijn rijkdom in de schoot geworpen krijgt en de ander wegkwijnt in het verzorgingshuis, als zoveelste slachtoffer van de onder jouw aandrang gekortwiekte zorg?
Leg eens uit, wat er in wezen nu echt liberaal – in de zin van echt vrij – is aan een samenleving waarin de ene groep gedwongen wordt tot steeds harder werken met alle gezondheidsgevolgen van dien en de andere groep wel wil, maar niet mag werken omdat dat de ondernemers niet uitkomt?
Schrijf dáár eens een boek over, Frits! Dat wordt dan wellicht wat minder gekocht door de fellow travellers van toen die zich nu zo masochistisch gedragen, maar wat meer door serieuze kiezers die dan wellicht zeggen: nee, de handel van de Amsterdamse koopman is toch minder fris dan ie leek.
Frits, kom op met dát boek!
Ikzelf zal ook niet stil zitten. In maart komt míjn nieuwe boek uit. Dat heet ‘Effe dimmen’ en verhaalt over onze ervaringen in de eerste vier jaren Den Haag. En ik beloof: Er zal een vervolg komen op “Tegenstemmen”, waarin ik uiteen zal zetten waarom het anders moet en hoe het anders kan. Want laten we duidelijk zijn. De bron van de tomeloze energie die SP’ers dag-in-dag-uit laten zien zit hem toch vooral in de verontwaardiging over de gemiste kansen. We behoren tot de rijkste landen in de wereld en zouden niet in staat zijn tweedeling op alle terreinen te voorkomen?
We zouden niet in staat zijn om alle kinderen min of meer gelijke kansen op ontwikkeling te geven?
We zouden niet in staat zijn om onze economie zo te organiseren dat natuur en milieu minder worden belast?
We zouden niet een grotere bijdrage kunnen leveren aan een eerlijker verdeling van de rijkdom in de wereld?
Onzin, natuurlijk.
In een periode waarin we technologisch en wetenschappelijk het ene hoogstandje na het andere zien, zouden we niet in staat zijn onze huishouding zo te organiseren, dat we voor iedereen recht kunnen doen aan zijn waardigheid?
Ik weiger dat te aanvaarden, en ik weet dat jullie daar net zo over denken.
De toekomst en de mondialisering waaraan we niet zullen kunnen ontkomen, nopen tot een betere en eerlijker coördinatie, al was het maar om vraagstukken op terreinen als honger en armoede, vrede en veiligheid en het in ecologische zin onleefbaar worden van deze planeet het hoofd te kunnen bieden.
Ethische vraagstukken zoals genetische manipulatie, het klonen van mensen en dieren, het uit de pas lopen van technisch-medische mogelijkheden en wetenschappelijke ontwikkelingen met het maatschappelijk en politieke debat, zullen behandeld moeten kunnen worden zonder economische drijfveren op voorhand een doorslaggevende rol te verschaffen.
Kenmerkend voor een beschaafde samenleving is niet de hoogte van het welvaartspeil dat wordt bereikt, maar de manier waarop met die welvaart wordt omgesprongen. Worden we door het geld geregeerd, of door andere waarden. Waarden, die werkelijk iets toevoegen aan het menselijk geluk en het collectieve welbevinden. In een beschaafde samenleving durven mensen voor elkaar op te komen en wordt betrokkenheid niet meteen met argwaan bezien.
Op mijn werkkamer in Den Haag hangt een affiche dat ik heb meegebracht uit de VS. Er staat een citaat op van legendarische, Amerikaanse vakbondsleider, mr. Verbs, vertaald: “Verstandige tegenspraak is belangrijkste bron waaruit de beschaving put. Elke verandering begint met oppositie. Het is agitatie of stagnatie.”
Jan en Annie Romijn schreven in “De Erflaters” in hun stuk over Johan de Witt ook al: “Onzijdigheid is het privilege van de machteloosheid.”
En zo is het. Wij kiezen, en als we gekozen hebben dan gáán we er ook voor, voluit en met alle kracht die er in ons is.
Onze opdracht rijkt verder dan de eerstvolgende verkiezingsdatum. Onze taak is het om mensen hoop te geven; onze taak is het mensen te helpen bij hun verzet tegen onrechtvaardigheid. Onze taak is het de strijd te blijven aanbinden tegen het cynisme en de oppervlakkigheid. Onze taak is het zoveel mogelijk mensen te mobiliseren voor een toekomst die een wenkend perspectief vormt voor ons allen.
En ik weet dat ik ook daarbij op jullie steun kan rekenen.
Onze eerstvolgende belangrijke taak in die langdurige, taaie strijd is te zorgen dat we onze fractie in de volksvertegenwoordiging, lokaal en nationaal, fors uitbreiden. Niet als doel in zichzelf, maar wel omdat het ons in staat stelt om meer voor de mensen te betekenen. We kunnen dan nog meer onze krachtige aanwezigheid in de samenleving zelf tot zijn recht laten komen in de gemeenteraden en de Eerste en Tweede Kamer.
In die campagne zullen we het niet makkelijk krijgen. De grote partijen zullen er weer alles aan doen om de nog minimale onderlinge tegenstellingen verder aan te scherpen. We zullen te maken krijgen met een zogenaamde strijd tussen Bolkestein en Kok, terwijl iedereen weet – of zou moeten weten – dat een stem op Wim gewoon ook een stem op Frits is. Immers, hebben we de afgelopen jaren niet allemaal kunnen zien hoe Bolkestein Wim Kok heeft gebruikt als zijn buikspreekpop?
Het maakt niet uit of je door de Kok of door de Bolk gebeten wordt. Er moet een tegenbeweging komen die duidelijk maakt dat het egocentrische neoliberale denken niet past bij hoe we in dit land dingen georganiseerd willen zien.
Tijdens de komende verkiezingen zal ons verkiezingsslogan opnieuw luiden: ‘Stem tegen, stem SP’. Niet omdat we overal tegen zijn, zoals onze tegenstanders zo graag suggereren, maar omdat het de letterlijke vertaling is van oppositie voeren. Onze rol is om de onredelijkheid van de heersende neoliberale orde aan de kaak te stellen. Wij zijn tegen de negatieve verschijnselen die dat systeem kenmerken. En het is onze plicht daartegen te zijn. Ik kan dat niet anders zien dan als een uiterst positieve eigenschap.
Aan ons de taak de mensen duidelijk te maken dat er nog écht iets te kiezen valt: Je stemt in met de paarse neoliberale koers of je stemt er niet mee in en dan stem je tegen en kom je automatisch bij de SP uit.
We staan nu aan de vooravond van een heel belangrijke episode van onze geschiedenis. De komende maanden zal moeten blijken of we van een tegenstem kunnen uitgroeien naar een serieus tegenwicht, met een tegenmacht. We hoeven gelukkig niet meer van point zero te beginnen. We hebben een heel solide basis, het zit organisatorisch allemaal goed in elkaar en we hebben een fantastische campagne in het vooruitzicht.
Maar, zoals gezegd, we zijn er nog niet. Cruciaal zal zijn onze sterke troef van meer dan 22.500 leden maximaal te benutten, want één ding weten al die leden net zo goed als ik het weet omdat mijn moeder het me vertelde: Slapend rijk worden is er niet bij!
Ook niet bij verkiezingen, zeker niet bij verkiezingen! Er zal hard gewerkt moeten worden om wat gezaaid is ook werkelijk binnen te halen, om alle sympathie om te zetten in stemmen.
Maar we weten: Het zit erin, een verdere doorbraak van de SP. Meer dan ooit tevoren in ons bestaan.
Niet alleen de AEX-index stijgt voortdurend.
Het SP-aandeel staat structureel op winst.
Ik vind het fantastisch dat we – tegen de stroom oproeiend – waardering van steeds meer mensen krijgen. Dat we in staat zijn een geweldige kandidatenlijst te presenteren van mensen die de politiek niet zien als een goedbetaald vehikel voor hun carrière, maar die bereid zijn hun betrokkenheid, kennis en ervaring op een onbaatzuchtige manier in dienst te stellen van de samenleving. Als we die samenleving maar een beetje eerlijker, een beetje minder zelfzuchtig en een beetje leefbaarder kunnen maken, zijn we wat mij betreft al een heel eind op de goede weg. Ik vind het in ieder geval geweldig lijsttrekker te mogen zijn van zo’n partij.
Mijn advies: ga de zaal uit en praat erover – met iedereen die het wil horen. En dat zijn er heel veel. De mensen die het slecht hebben en op onze inzet rekenen om verdere verslechteringen aan de kaak te stellen, steeds maar weer.
En een rechtvaardiger verdeling van de rijkdom te eisen, keer op keer.
Maar ook de mensen die het gelukkig beter gaat. Maar die hun eigen situatie niet als maatstaf nemen en verder kijken dan hun neus lang is. Ook onder die groep mensen groeit de aantrekkingskracht van onze tegenstem; groeit de waardering van het SP-aandeel en daarmee de kans op een super-dividend op 4 maart en 6 mei.
Ik dank jullie voor jullie steun en wens ons allen veel succes in de campagne die nu begint!
Reacties uitgeschakeld