Als de dag van gisteren herinner ik me hoe Pim van Galen van Den Haag Vandaag op de dag van onze installatie in 1994 een reportage maakte over de twee nieuwelingen van de SP. Het laatste shot was van de nog lege archiefkasten in onze fractieruimte.
En niet alleen de kasten waren leeg. We hadden geen geschiedenis in de Kamer, alles was nieuw. Remi en ik wisten niets van de procedures en de mores daar. Aanvallen of rustig opbouwen? We kozen voor het laatste. In het eerste jaar was ons motto: Sloop de vooroordelen over de SP en vermijd grote fouten.
In het tweede jaar stond het veroveren van een plaats onder de politieke zon centraal. Niemand – vriend noch vijand – bestrijdt nu nog de stelling dat de SP iets toevoegt in het parlement.
In het derde jaar voelden we ons sterk en zeker genoeg om zelf dingen op de politieke agenda te zetten, in de aanval te gaan en door te zetten. En ook dat is redelijk gelukt.
Verandering begint met oppositie, binnen en buiten het parlement. De SP organiseert beide. Steeds meer mensen waarderen die aanpak. Als enige partij groeien we in ledental en ook de peilingen laten een stijgende lijn zien. Dat succes is het resultaat van jarenlange inzet geleverd door de afdelingen, die onze zintuigen én ledematen zijn; de districtsbestuurders; de partijraad en het partijbestuur; de medewerkers op het hoofdkantoor en van de Tweede-Kamerfractie; en de vele duizenden actieve leden die onze organisatie telt. In het laatste jaar van Paars 1 zullen Remi en ik nog meer de aanval zoeken. En ik heb er vertrouwen in dat dat goed zal gaan. Met zo’n partij, met zoveel goeie mensen achter je, móet dat wel lukken.
Deze column verscheen juli 1997 in de Tribune
Reacties uitgeschakeld