De arme staat

zondag 01 juni 1997 :: 11.47 uur

In steeds meer Engelse steden rijden gesponsorde politieauto’s met reclame rond. Ook observatieposten worden er tegenwoordig betaald door het bedrijfsleven. Affiches met reclame tonen de voorbijganger wie de weldoener is die permanente politie-aanwezigheid met camera’s nu ook op die hoek mogelijk maakt.

In de Verenigde Staten zijn veel gevangenissen inmiddels in handen van op de beurs genoteerde bedrijven.
Neoliberalisme is: minder overheid en meer markt. Een opvatting die noodzakelijk leidt tot een bizarre praktijk. Taken die traditioneel tot het domein van de overheid behoorden, worden steeds vaker overgelaten aan het particulier initiatief of afhankelijk gemaakt van bedrijven die zichzelf graag in verband gebracht zien met de onkreukbare overheid. Ook in ons land zien we hoe de ondernemers de overheid “te hulp schieten”. Universiteiten worden financieel (en dus ook inhoudelijk) steeds meer afhankelijk van hun opdrachten. Culturele evenementen zijn ondenkbaar zonder sponsors. Bedrijven staan in de rij om scholen en ziekenhuizen te “helpen”. Musea kunnen niet meer zonder hun “vrijgevigheid”. En in Tilburg treden welgestelden nu zelfs op als sponsor van de arme medemens.

De brutaliteit van de commercie kent geen grenzen. Immers: hoe gekker, hoe beter, hoe meer publiciteit. Je ziet het ook aan de moderne “creativiteit” in de reclame: brutaal en gespeend van elke goede smaak. Maar wie maakte dit alles mogelijk? Zijn dat niet de wáre schuldigen? Zij die het geld niet willen halen waar het zit en zo de overheid veroordelen tot de bedelstaf? Zij die het normloze neoliberalisme tot leidende ideologie promoveerden? Zij die in augustus 1994 een paars regeerakkoord sloten?

Deze column verscheen juni 1997 in de Tribune

Opties voor delen:
  • NuJIJ
  • eKudos
  • del.icio.us
  • Digg
  • Google Bookmarks
  • email

Reacties uitgeschakeld